Ecsegfalva ligt in het noordwesten van Békés, een regio in de Hongaarse laaglanden, tussen de dorpen Kisújszállás en Dévaványa, direct aan de oevers van de Hortobágy-Berettyó. Dankzij de vlakke en deels moerassige omgeving is het een unieke locatie voor natuurliefhebbers. Het dorp zelf is rustig, ruim opgezet en omringd door landschappen die uitnodigen tot ontdekking.
De voorouder van het dorp, Ecseg, werd al in de Árpád-periode bewoond, maar werd tijdens de Turkse verovering verwoest. Na hervormingen in het waterbeheer in de 18e eeuw begon het gebied te herleven en kende het een aanzienlijke bevolkingsgroei na de landhervorming van Nagyatád begin 20e eeuw. Toen kregen gezinnen uit de regio hier huis- en landbouwgrond. Hierdoor ontstond een gemeenschap die, ondanks bescheiden omvang, een sterke identiteit heeft opgebouwd door samenwerking en landbouwtradities.
Ecsegfalva werd in 1949 een onafhankelijk dorp en de ontwikkeling ervan is altijd gedreven door gemeenschapszin, waarbij de lokale bevolking samenwerkte om essentiële infrastructuur te creëren. Het dorp heeft nog steeds zijn natuurlijke schoonheid behouden, met een rijke vogelpopulatie en de rivier Hortobágy-Berettyó, waardoor het een populaire bestemming is voor jachttoerisme.
Opvallende bezienswaardigheden zijn onder andere de Heilig Hart van Jezuskerk en het natuurreservaat Ecsegpuszta, onderdeel van het Nationaal Park Körös-Maros.
Vogelspotten in Ecsegfalva, Hongarije
Een van de grootste trekpleisters in de regio is zonder twijfel de vogeldiversiteit. Ecsegfalva en zijn omliggende natuurreservaten zijn thuis voor zeldzame soorten die zelden in Europa worden waargenomen. In 1984 werd het Ecsegpusztai natuurgebied officieel beschermd, en sindsdien is het uitgegroeid tot een populaire plek voor ornithologen uit binnen- en buitenland.
Dankzij het unieke ecosysteem met moerassen, open velden en waterpartijen is de regio een waar toevluchtsoord voor diverse zeldzame vogelsoorten. Recente waarnemingen onderstrepen de ornithologische waarde van het gebied: de Amerikaanse wintertaling (Green-winged Teal) is hier meerdere malen gespot in Central Transdanubia, een spectaculaire soort die normaal in Noord-Amerika voorkomt. Ook de Ménétries’ zwartkop (Menetries’s Warbler), met zijn subtiele kleurenpalet en geheimzinnige gedrag, duikt af en toe op in het zuiden van de Grote Laagte.
Daarnaast behoort de Zwartkeellijster (Black-throated Thrush) tot de zeldzame bezoekers die Ecsegfalva op de kaart zetten bij vogelaars uit heel Europa. En als kers op de taart werd de Sporenkievit (Spur-winged Lapwing) waargenomen in het noordelijke deel van de regio, een soort die vooral in zuidelijkere klimaten voorkomt. Door de ligging is Ecsegfalva een perfect kruispunt voor migratieroutes en een hotspot voor zeldzaamheden.