Plaatsen > Tac

Een van de grootste en meest indrukwekkende Romeinse opgravingen in Hongarije is ongeveer 16 km ten zuiden van Szekesfehervár de buurt van het stadje Tác. Vanuit Tác worden de opgravingen aangeven door middel van pijlen. Geschiedenis Op de plaats van een oude Keltische nederzetting, op het kruispunt dat van strategisch belang is langs de lange afstand routes, richten de Romeinen een militair kamp op in de 1e eeuw. De nederzetting  werd uitgeroepen tot gemeente door keizer Hadrianus in de 2e eeuw en daarna verheven tot provinciaal voor Laag Pannonia. De jaarlijkse provinciale bijeenkomsten in mei / juni werden vergezeld door culturele feestelijkheden ter ere van de keizer. Voor deze feesten waren officiële gebouwen, gebedshuizen, openbare pleinen en andere instellingen nodig, die dan ook werden gebouwd. In de 2de en 3de eeuw, werd de plaats verwoest door de Sarmaten. De stad werd herbouwd aan het eind van de 3e eeuw onder de naam Herculia, vernoemd naar  Maximianus Herculius, de co-heerser van keizer Diocletianus. Op haar hoogtepunt leefden er ongeveer 7000-8000 mensen in Gorsium Herculia. De bloeitijd van de stad duurde tot het midden van de 5e eeuw, vanaf dat moment werd de stad geleidelijk ontruimd en verdween van de kaart. Het grootste deel van de opgravingen liggen ten noorden van de kassa’s op de parkeerplaats. De voormalige Noord-Zuid route (Cardo maximus) met fraai gebeeldhouwde stenen reliëfs en grafstenen (originelen en kopieën) leidt naar het centrum van Gorsium Herculia.

Een van de belangrijkste wegen (Decumanus) liep in een oost-west richting door de stad, langs de zuidzijde zijn winkels en werkplaatsen uitgegraven. Aan de andere kant van de hoofdweg waren de openbare gebouwen en pleinen.

Meer naar het westen zijn de fundamenten van een groot paleis, bestaande uit vier kamers die kunnen worden verwarmd, met een bad, diverse zalen aan de noordzijde en een graanschuur in het oosten. De voormalige christelijke basiliek aan de rechterkant met torens en een woonhuis met muurschilderingen en mozaïeken vloer zijn hersteld. De oostzijde van de basiliek grenst aan het forum met zijn openbare voorzieningen en de tempel.

Aansluitend is het heilige gebied (Sacra) met de officiële gebouwen van het provinciaal congres, een aantal plaatsen voor de eredienst (keizerlijke tempels) en de kelder van een gebouw, uitgebreid versierd met fresco’s.  Het heilige gebied werd afgesloten van de grote weg door een muur waarin twee mooie (herstelde) fonteinen werden gebouwd. De ruïnes van een woonhuis (Villa Leporis), welke deel uitmaakte van een 4de eeuwse villa buiten de stadsmuren, werden blootgelegd in een klein schaduwrijk bos ten zuiden van de kassa’s, samen met een begraafplaats die later werd aangelegd in de 4e of 5e eeuw.

Een bezoek aan het kleine museum wordt sterk aangeraden om de originelen van de stenen beelden en  andere interessante vondsten, met name de charmante bronzen beeldjes van Venus te bezichtigen.