Nieuwe grammatica wordt aangegeven met .
Er is veel behandeld in de eerste vier lessen. Deze herhaling is alleen om u te helpen zaken op te helderen en om wat te oefenen met de geleerde grammatica en woorden. Ook worden er nog wat details toegevoegd die eerder werden weggelaten. In deze herhaling wordt bij elke herhalingles de vocabulaire gebruikt uit alle vier de lessen, aangevuld met enkele nieuwe woorden.
Herhaling les 2.
In les 2 leerde u het bepaalde lidwoord A/Az, vergelijkende zinnen, het weglaten van het persoonlijk voornaamwoord, en het werkwoord Lenni ‘zijn’. Dit zijn redelijk eenvoudige grammatica-regels maar wellicht is de algemene zinsbouw een beetje verwarrend. De volgende zinnen zijn daarom bedoeld om meer voorbeelden van de Hongaarse zinsbouw te zien zodat u beter zult begrijpen hoe de taal is opgebouwd. Bedenk echter dat de woord-volgorde erg flexibel is en dat er dus bijna altijd meerdere mogelijkheden zijn voor de zelfde zin.
- Amerikai vagyok.- Ik ben een Amerikaan. Opmerking: Dit is de meest gebruikelijke woordvolgorde, maar als u ‘Vagyok amerikai’ zegt wordt u prima begrepen. Maakt u zich dus niet al te druk over de woordvolgorde, het komt vanzelf goed. Realiseer u dat de zinsbouw van vele Hongaarse zinnen tegenovergesteld is aan de zinnen in het Nederlands, vooral in langere zinnen.
- Ez a pincér magyar, de az a pincér angol.- Deze ober is Hongaar, maar die ober is Engelsman. Opmerking: Merk op dat ‘is’ in deze en de volgende twee zinnen ontbreekt.
- Az étterem nagyon nagy – Het restaurant is erg groot.
- A nyelv szép.- De taal is mooi.
Maar, van wordt gebruikt waar en hoe iemand is:
- Laci a házban van. – Laci is in het huis.
- Hogy van Kati? – Hoe gaat het met Kati
Bedenk dat bij de eerste en tweede persoon het werkwoord ‘zijn’ nodig is. Bedenk tevens dat het persoonlijk voornaamwoord (Ik, jij ..) weggelaten kan worden. Hier zijn enkele zinnen met het optionele persoonlijk voornaamwoord tussen haakjes:
- A nevem John. (Én) Egyetemista vagyok.- Mijn naam is John. Ik ben een student.
- (Ti) Hogy vagytok? -(Mi) Jól vagyunk. – Hoe gaat het met jullie? Met ons gaat het goed.
- (Te) Az autóban vagy. (Én) A házban vagyok.- YJij bent in de auto. Ik ben in het huis.
Herhaling les 3
In les 3 leerde u over het onbepaald voorzetsel egy, het aanwijzend voornaamwoord ez en az, begroetingen en het concept vocaal harmonie. Deze les zou u nu moeten begrijpen omdat u les 4 en 5 ook gezien heeft. De volgende zinnen zijn bedoeld om meer voorbeelden te zien van woordgebruik en zinsbouw.
- Ez az autó nagy. Ez a nagy autó. Ez a nagy autó szép. Deze auto is groot. Dit is een grote auto. Deze auto is mooi. Opmerking Merk de verschillen op in het gebruik van ez in deze drie zinnen.
Helaas is deze Hongaarse taalcursus voor vakantiegangers nog niet af. Onze excuses hiervoor. Bij voldoende belangstelling zullen we hier uiteraard mee verdergaan. Laat u hieronder een berichtje achter?
Beste,
Mooie en duidelijke taal cursus, wij volgen hem met ons gezin, 2 volwassenen en 4 kinderen.
Als voorbereiding op onze vakantie deze zomer.
Ik hoop dat de cursus spoedig word bijgewerkt 😉
Tot zo ver alvast bedankt!
Met vriendelijke groet,
Tamar
Mooie cursus, erg duidelijk en goed opgebouwd. Jammer dat de cursus niet af is. Hopelijk komt er snel een vervolg, want als we straks naar Hongarije gaan, willen we nog veel meer kunnen zeggen en begrijpen.
Bedankt
het heeft mij goed geholpen , ik hoop mezelf nu een beetje verstaanbaar te maken en te verstaan/begrijpen
het is duidelijk en ik hoop dat het verder gaat.