Plaatsen > Obuda

Tegenwoordig is Obuda onderdeel van District III, een stadsdeel van Boedapest. Nu is het een soort buitenwijk met nog enkele oude huizen waar vele muziekvoorstellingen zijn en andere culturele evenementen worden gehouden.

Tot de unie met Boeda en Pest in 1872, was Óbuda een wat slaperig stadje, dat, ondanks de aanzienlijke wederopbouw en modernisering, een deel van haar vroegere sfeer heeft weten te behouden. Obuda is een oude nederzetting, waar bewijs van prehistorische bewoning is ontdekt en waar kort na de geboorte van Christus de Romeinen hun kamp Aquincum stichten op de plek waar eerder de Kelten een nederzetting stichten.

Óbuda is het oudste deel van de stad, waar de koningen woonden voordat ze naar de Burchtheuvel trokken. Obuda was volgens de traditie de woonplaats van de koning Hunnish Attila in de 5e eeuw. In de tijd van de Árpáds onderging de plaats enorme welvaart. In de Middeleeuwen stond een paleis van de Hongaarse koningen in Obuda. In de tijd van de Turkse bezetting kwam de stad volledig in verval, als gevolg van het toenemende belang van de naburige Koninklijke stad van Buda.  Pas in de 17e eeuw kwam de stad weer tot leven door de Duitstalige kolonisten.

In Óbuda zijn de resten blootgelegd van de Romeinse stad Aquincum. Deze zijn te zien in een archeologisch park en museum. De overblijfselen van militaire baden op en onder het Flóriánplein, waar ook resten van amfitheaters zijn opgegraven, getuigen van het roemrijk Romeins verleden.  In het Aquincum Museum staan Romeinse voorwerpen tentoongesteld die bij de opgravingen zijn gevonden, waaronder een sarcofaag van rood marmer, keramiek en sieraden.