Plaatsen > Nagyvisnyó
Aan de Noord-West kant van het Bükk-gebergte en nog net in de provincie Heves, ligt een dorpje met ongeveer 1.100 inwoners: Nagyvisnyó. Nagyvisnyó ligt in de provincie Heves.
Nagyvisnyó is een gezellig en landelijk gelegen dorpje aan de rand van het Bükk-gebergte in het Noord-Oosten van Hongarije. Een ideale basis voor tochten te voet of met de fiets om de omgeving te verkennen. Een omgeving die wordt gekenmerkt door beboste heuvels met tal van wandelmogelijkheden. Op slechts honderd meter geniet je van alles wat de natuur te bieden heeft: stilte – vogeltjes – maar ook roofvogels – vossen – herten – soms een wild zwijn – wonderlijke bloemen en planten – Kortom: een weldadige rust. Maar ook een prima plaats om hiervandaan met de auto een gedeelte van dit mooie land te ontdekken. Aan de ene kant van het dorp loop je zo de kale heuvels op, aan de andere kant loop je de beboste heuvels in. Uit ondervinding weten we dat het allebei zn charmes heeft. Eigen waarneming heeft bevestigd dat er in de beboste heuvels nog steeds wilde zwijnen leven. Aan de andere kant hebben we ook herten en vossen gezien. We weten ook dat er op de tábor een Oehoe-stelletje huist.
In Nagyvisnyó zijn verschillende winkeltjes, waar je alles kunt kopen om in de eerste levensbehoeften te voorzien. Er zijn drie cafés en zelfs een paar kappers.
Nagyvisnyó heeft een Reformatorische kerk, gebouwd in 1804, in Barok stijl. Het prachtig geschilderde plafond wordt momenteel (we schrijven dit in 2008) gerestaureerd. Het is het grootste plafond in Hongarije dat op houten panelen is geschilderd. Bij Nagyvisnyó is ook de Mihalovics-groeve te bewonderen, sinds 1982 een beschermd gebied. De kloven en scheurlijnen van de groeve trekken al van verre de aandacht. Een van de kanten van de groeve is van zwart kalksteen. Je kunt er zelfs nog de miljoenen jaren oude fossielen zien van slakken, schelpdieren, koraal en zee-egels. Net voorbij het dorp, richting Dédestapolcsány, kunt u nog zien hoe houtskool werd gemaakt. Nagyvisnyó is een dorpje, waar je volledig tot rust kunt komen, en een prima plaats om met dagtochten een groot deel van Hongarije te verkennen.
Hengelsporters kunnen bij Nagyvisnyó ook aan hun trekken komen. Er zijn in de buurt diverse meren, waar je heerlijk ontspannen de hele dag kunt vissen. Ter plaatse kun je een visvergunning kopen. Voorkomende vissen in Dédestapolcsány:
Nederlandse naam Percentage vangst Hongaarse naam karper 60% ponty graskarper 10% amur snoekbaars 10% fogas, süllő brasem 8% dévérkeszeg zilverkarper 8% busa snoek 2% csuka witvis 1% keszeg meerval 1% harcsa
Andere visnamen in het Hongaars zijn: – aalkwab menyhal – baars sügér – barbeel márna – paling angolna – roofblei balin – sneep paduc – steenkarper kárász – steur kecsege – zeelt compo De historie van Nagyvisnyó : Over Nagyvisnyó wordt voor het eerst gesproken in 1239. Het heette toen Terra Wisna, later werd dit Wisnyo. Nog later: Nagyvisnyó, hetgeen betekend Groot Kersenland. De bewoners van toen waren lijfeigenen van de burchtheer. In de 18e eeuw werkte men er in de leisteengroeve, in de glasovens en in de papiermolens. Latere bronnen vermelden ijzersmederijen. Het gebied werd bewoond door Paloten, die over het algemeen gereformeerd waren. In 1804 werd begonnen met de bouw van de gereformeerde kerk, met haar panelenplafond en haar interieur, beide geplaatst op de monumentenlijst. Van de tradities van het dorp is wel het s-winters thuisspinnen het opmerkelijkst. Deze traditie die tot de jaren 60 van de vorige eeuw stand hield hing samen met het verbouwen van vlas, een andere traditie van het dorp. De herinnering aan de volksbouwkunst is bij enkele huizen nog bewaard gebleven. De heuvels rondom het dorp bieden prima gelegenheid voor uitstapjes, recreatie, wandelingen en kamperen. In de omgeving ligt ook het restant van het kasteel van Dédes, gebouwd na de invasie van de Mongolen in 1241.
Pagina met bijdragen van Erik Franken.