Plaatsen > Baja

De havenstad Baja (ca. 40.000 inw.) wordt omgeven door de Donau en een zijtak van de rivier de Sugovica.

De gemeente werd honderden jaren geleden gesticht door de Duitse Zwaben.

Door zijn grotendeels Slavische bevolking werd Baja Sugovica genoemd. De stad groeide in de middeleeuwen uit tot een centrum van islamitische cultuur. Van de Slavische cultuur en van de Turkse cultuur is niets overgebleven. Baja behield wel zijn positie als verkeersknooppunt, marktplaats en industriestad. De rol als verkeersknooppunt heeft Baja gekregen doordat ten zuiden van Boedapest er maar twee bruggen over de Donau zijn: de ene ligt bij Dunafoldvár, de andere bij Baja aan de hoofdweg van Pécs naar Szeged.

Vele schitterende gebouwen getuigen er van de rijkdom van de handelsstad die aan tal van markten plaats bood. De fraaiste gebouwen zijn het stadhuis in neo-renaissance stijl (Szentháromság tér 1), het rococoaltaar en de versierde banken van de franciscaner kerk (Bartók B. u. 1), het altaarschilderij van de Sint Petrus en Pauluskerk (Tóth Kálmán tér), de iconostase van de Servische kerk (Miklós u.) en de synagoge (Munkácsy u. 9).

Het museum (Deák F. u. 1) is genoemd naar István Türr, de grote zoon van Baja. Hij is bekend geworden als de ingenieur onder wiens leiding het kanaal door Korinthe is gegraven. Het museum biedt informatie over de geschiedenis van het driehonderd jaar oude Baja en over de visserij.  Er is ook een brouwerij in het dorp.

Het eiland in de rivier de Sugovica is een waar paradijs voor vakantiegangers. Behalve een zwembad en een tennisbaan bevindt zich hier ook de haven die een belangrijke schakel vormt in het Rijn-Main-Donautraject.

De stad is beroemd om haar vissoep. In mediterrane sfeer wordt deze elk jaar op de tweede zaterdag van juli in tweeduizend ketels in de openlucht bereid. Baja heeft er het ‘Guinness-book-of-records’ mee gehaald.