Komarom

Plaatsen > Komarom

Komarom is een grensstadje met 20.000 inwoners, ongeveer 25 km ten noordwesten van Tata op de snelweg naar Wenen, op de rechteroever van de Donau. Komarom  staat in verbinding met de Slowaakse stad Komarno door een spoorbrug.

Bijna een eeuw geleden werd de Hongaarse stad en de Slowaakse stad, toen hoofdstad van het voormalige district Komárom verdeeld in twee steden door het vredesverdrag van Versailles-Trianon in 1920. Het Hongaarse deel was oorspronkelijk een voorstad, genaamd Újszőny, van de tegenwoordige Slowaakse helft en is sindsdien gegroeid en samengesmolten met Szony, een belangrijk Romeins kamp in de provincie Pannonia. De Donau kent in de regio Midden-Transdanubië een rijke historie, die teruggaat tot de tijd van de Romeinen toen het gebied nog Pannonië heette. In hun stellingen die om de 15 à 20 kilometer langs de rivier waren aangelegd, verdedigden de legioenen hier 2000 jaar geleden de buitengrens -de limes- van het toenmalige wereldrijk. De meeste steden in Midden-Transdanubië bevinden zich nog altijd op de plek waar de Romeinen eens de eerste steen legden. Een van die steden is Komarom, waar -aan de monding van de rivier de Vag en de Donau- het Monostorifort is gelegen. Begonnen als Romeinse vesting onder de naam Brigetio behield deze plek ook in het latere keizerrijk zijn strategische waarde. Tot aan 1900 vormde het fort een van de belangrijkste militaire centra van de dubbelmonarchie.

Sinds een paar jaar mag het publiek in de vesting, die na 1945 werd gebruikt als munitiedepot voor de Sovjettroepen, een kijkje nemen. Blijkbaar is het fort voor Hongaarse militairen nog altijd verplichte kost, gezien de vele groene uniformen die je overal in het complex tegenkomt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *