Plaatsen > Nagypall en omgeving
De Baranya, het gebied rondom Pécs is voor de wandelliefhebber, maar ook voor degene die van rustige autotochtjes houdt, zeer aantrekkelijk.
Neem bijvoorbeeld eens vanuit Pécs de auto en rijd richting Budapest over de zes: ter hoogte van Pécsvárad rechts afslaan, richting Mohács, een leuke bochtige heuvel-op /heuvel-af-weg die via een hele rij dorpen eindigt in Mohács aan de Donau, waar het aan de oever in een restaurantje bij de pont goed toeven is. Het gebied waar u doorheen rijdt heeft een lange en bewogen geschiedenis. Bevolkt sinds de Romeinse tijd, is het, door de natuurlijke grensfunctie van Donau en Drava en de bergen van de Mecsek, decor en woonplaats geweest van allerlei bevolkingsgroepen: Hongaren, Kroaten, Serven, vluchtelingen uit Roemenie, Turken en Schwaben. Zichtbaar is dat allemaal nog steeds door de namen van mensen en plaatsen. De dorpen hebben bijna allemaal een dubbele naam: een Hongaarse en een Schwabische (dus Duitse), het lijkt Friesland wel!
Die Schwaben, Duitsers uit de omgeving van Ulm wonen er al sinds de tijd van Maria Theresia: zij vond het jammer dat het gebied bijna geheel ontvolkt door de Turken was achtergelaten. Er lagen legio mogelijkheden tot exploitatie van het land (wijnbouw) en de bodemschatten (mijnbouw). Ze bood de Schwaben, die in die tijd zeer arm waren, aan er heen te gaan en het land in bezit te nemen. Die uitdaging gingen velen aan: te voet trokken ze weg van hun geboortegrond en wie het haalde vestigde zich in de kleine nauwe dalen van de Baranya en bouwde een nieuw bestaan op. Taal en cultuur behield men door de eeuwen heen, hele dorpen waren en bleven Schwabisch. Zelfs het verbod op het spreken van die oude vorm van het Duits gedurende de socialistische periode heeft dat niet kunnen onderdrukken. Tegenwoordig is het Schwab zijn niet meer verboden en wordt er op veel scholen tweetalig onderwijs gegeven. De dorpen zijn nu een evenwichtig geheel van Schwabische en Hongaarse Hongaren, dansgroepen voeren dansen uit uit beide culturen, in kostuums uit beide groepen, de volkskunstproducten laten een fraaie mengeling van beide culturen zien en de Nederlandse en Duitse toerist kan heel vaak iemand vinden die Duits en Hongaars spreekt en dat is best makkelijk af en toe!
Het eerste dorp dat u tegenkomt op weg naar Mohács is Nagypall (Pahl op z´n Schwabisch). Het is een grappig dorp met een aantal zeer fraaie gevels langs de weg en bestaat uit twee straten: de Schwabische en de Hongaarse straat, van oudsher zo gegroeid, nu ook wel gemengd bewoond, maar toch: in de Schwab-utca een klein katholiek kerkje, in de Hongaarse straat een reformatorisch. Met fraaie houten poorten en hoge muren afgesloten typisch Schwabische huizen en de meer open liggende Hongaarse boerderijen. Vlak voor het katholieke kerkje links van de weg op nr. 38b staat een enorme, van oudsher Schwabische, wijnkelder, nu een Galerie, geëxploiteerd door twee Nederlanders die hun hart aan dit gebied verloren hebben en er nu een groot deel van het jaar doorbrengen. Zeker een bezoekje waard: er is elk jaar een nieuwe expositie van Nederlandse en Hongaarse kunstenaars tezamen en vanaf de helling achter de wijnkelder is een leuke rondwandeling te maken over de heuvelrug boven het dorp. Heel charmant liggen dan de daken van de huizen aan uw voeten. In de Hongaarse straat aan de andere kant van de rug vindt u een oeroude glasheldere gemeenschappelijke dorpsbron, die nog steeds door de vrouwen gebruikt wordt om de was voor de allerlaatste keer helemaal schoon te spoelen .de bron wordt gekoesterd door iedereen in het dorp, geen ongerechtigheid is erin te vinden, kinderen zijn er net zo zorgvuldig mee als volwassenen.
Leuk is het ook om een bezoekje te brengen aan het dorpsmuseum waar allerhande voorwerpen en meubels uit beide culturen naast elkaar tentoongesteld zijn en de verschillen en overeenkomsten zo duidelijk zichtbaar gemaakt worden. Het ligt iets verderop aan de rechterkant van de straat en er is altijd wel iemand te vinden die u rond wil leiden.
Na Nagypall volgen er nog ettelijke dorpen met overal ooievaarsnesten langs de weg. Fazekasboda (letterlijk pottenbakkersdorp) heeft een beeldschoon klein kerkje. Ook dat is te bezichtigen. Er staat wel een bordje waarop u kunt vinden wie de sleutel heeft, en .de communicatie is dus makkelijk!
Wilt u niet helemaal naar Mohács, dan kunt u na uw bezoek aan Nagypall ook terugrijden naar de zes, weer richting Budapest en een paar kilometer verderop linksaf naar Zengövárkony: een prachtig dorp met: een Eiermuseum (Tojasmuzeum) met een werkelijk unieke collectie van duizenden versierde eieren uit de hele wereld, een weefatelier waar U de weefster zelf aan het werk kunt zien op een enorm 17e eeuws getouw, een Stromuseum (Szalmamuzeum) een houtdraaiers-expositie en een beeldschoon kerkje. Boven het dorp zijn er legio wandelmogelijkheden in de unieke tamme-kastanjebossen.
Nog iets verderop richting Budapest vindt u twee kleine typisch Schwabische dorpen: Obanya en Ofalu: het eerste van oudsher een pottenbakkers dorp, het tweede het dorp van de meubelmakers. Beide de moeite waard om eens even doorheen te rijden en rond te wandelen.
Kenmerkend voor het hele gebied is de kleinschaligheid, geen grootse toeristische trekpleisters, maar een vriendelijke omgeving die , doordat je zelf op onderzoek uit moet, omdat grote borden (gelukkig) ontbreken, leuke ontmoetingen oplevert met aardige gastvrije mensen die nog tijd hebben en bereid zijn te vertellen over hun omgeving, hun leven, hun geschiedenis en hun vak als pottenbakker, meubelmaker, wever, boer , mijnwerker enzovoort. Juist omdat het je niet op een presenteerblaadje wordt aangeboden zijn er altijd weer verrassingen!
Een goede kaart van het hele gebied rond Pécs is in die stad bij de Turinform te krijgen.