Sociale voorzieningen in Hongarije

Thema’s > Sociale voorzieningen

Hoofdstuk I: Inleiding, organisatie en financiering

Inleiding
Het Hongaars sociale verzekeringsstelsel biedt bescherming tegen ziekte, zwangerschap,  ouderdom, invaliditeit, beroepszieken en ongevallen, arbeidsongevallen, nabestaanden, opleiding van kinderen en werkloosheid.
Alle mensen die betaalde arbeid verrichten en daaraan gelijkgestelden zijn tegen alle risico’s verzekerd. Hieronder vallen werknemers (inclusief degenen die werkzaam zijn in de publieke sector), zelfstandigen (inclusief leden van coöperaties), diverse groepen gelijkgestelde personen, en personen die inkomenssteun, een werkloosheidsuitkering of een werkloosheidstoelage krijgen vóór hun pensioen.
Hoe verloopt de inschrijving? Iedereen die begint met werken, valt automatisch onder het socialezekerheidsstelsel. Een zelfstandige dient zich bij aanvang van zijn werkzaamheden te laten registreren en een werknemer wordt door zijn werkgever ingeschreven bij het ter plaatse bevoegde belastingkantoor en/of, in voorkomende gevallen, bij de bevoegde instanties voor sociale zekerheid. De werkgever en de werknemer moeten beiden premies betalen. Personen die zich vrijwillig bij het socialezekerheidsstelsel aansluiten, kunnen met de bevoegde instantie voor sociale zekerheid een overeenkomst sluiten. Volgens een nieuwe wet is de tweede pijler sinds 2 november 2010 niet meer verplicht. Tot 1 maart 2011 hadden verplicht verzekerden die waren aangesloten bij de eerste en de tweede pijler de vrije keuze om in de eerste pijler te blijven of op vrijwillige basis uitsluitend in de tweede pijler te blijven. In laatstgenoemd geval verkrijgen degenen die alleen in de tweede pijler zijn gebleven na hun keuze geen verdere rechten volgens de eerste pijler, maar de reeds verworven rechten gaan niet verloren. Het verplichte stelsel blijft overwegend publiek. Hongarije is teruggekeerd naar het pensioenstelsel met twee pijlers op basis van een verplicht socialezekerheidsstelsel enerzijds en een vrijwillige spaarregeling anderzijds.
Niet-werkende ingezetenen betalen een bedrag ineens van 6 390 HUF (22 EUR) om gedekt te zijn voor hun gezondheidsrisico’s.

Het sociale zekerheidsstelsel
Het Hongaarse socialezekerheidsstelsel bestaat uit vijf takken: Pensioenen en de gezondheidszorg (met inbegrip van het wettelijk stelsel voor arbeidsongevallen) worden aangemerkt als sociale verzekering. De andere drie takken zijn de werkloosheidsverzekering, de regeling voor gezinssteun en het stelsel van sociale voorzieningen.
Organisatie, beheer en beleid inzake het Hongaarse socialezekerheidsstelsel zijn gecentraliseerd, de dienst voor sociale prestaties is gedecentraliseerd.

Ziektekostenverzekering
In Hongarije bestaat er één enkele ziekteverzekeringsvorm. Het ministerie van Personeelszaken (Emberi Erőforrások Minisztériuma) is verantwoordelijk voor het toezicht. Het ministerie houdt toezicht op de door verzekeraars, ziekenfondsen en zorgaanbieders geleverde prestaties op het gebied van gezondheidszorg, en onderzoekt klachten over de door de zorgverzekeringsinstellingen gevolgde procedures. De nationale zorgverzekeringskas (OEP) bestaat uit een centraal orgaan en 19 regionale zorgverzekeringskassen. De rechtsposities die vanaf het moment van hun ontstaan ipso facto het recht geven als verplicht verzekerde te worden aangemerkt, zijn wettelijk bepaald. De werkgever is verplicht zijn werknemers aan te melden en voor deze personen premies af te dragen aan de bevoegde fiscale autoriteiten, die op hun beurt de benodigde gegevens doorgeven aan de bevoegde, regionale zorgverzekeringskassen. Gezondheidszorgdiensten kunnen worden verleend door bepaalde zorgverleners, waaronder particuliere aanbieders waarmee het Nationale Fonds voor de Ziektekostenverzekering (Országos Egészségbiztosítási Pénztár, OEP) een overeenkomst heeft gesloten.

Pensioenverzekering
In 1997 is de wettelijke pensioenverzekering grondig herzien. Het nieuwe stelsel is op 1 januari 1998 ingegaan en rust op twee pilaren. De hervormde eerste pilaar is zoals voorheen een verplicht algemeen ouderdomspensioen, dat wordt beheerd door de overheid en gefinancierd volgens het omslagbeginsel. De regeling van de pensioenverzekering volgens de eerste pilaar staat onder toezicht van het ministerie van Personeelszaken (Emberi Erőforrások Minisztériuma) en wordt beheerd door de Centrale Administratie van Nationale Pensioenverzekering (Országos Nyugdíjbiztosítási Főigazgatóság, ONYF) en de directoraten voor pensioenverzekering van de provinciale overheid. Het directoraat Pensioenbetaling, een speciaal orgaan dat verbonden is aan de Centrale Administratie van Nationale Pensioenverzekering, is in feite verantwoordelijk voor de betaling van elke vorm van pensioen aan de gepensioneerden (met uitzondering van de tweede pilaar). Het verplichte stelsel blijft overwegend publiek. Hongarije is teruggekeerd naar het pensioenstelsel met twee pijlers op basis van een verplicht socialezekerheidsstelsel enerzijds en een vrijwillige spaarregeling anderzijds.
De rest van de tweede pilaar is sinds 3 november 2010 vrijwillig en wordt volledig gefinancierd en beheerd door diverse bevoegde en onafhankelijke particuliere pensioenfondsen die onder toezicht staan van de Hongaarse financiële toezichthouder (Pénzügyi Szervezetek Állami Felügyelete).
Vanaf 1 januari 2012 worden de voormalige mogelijkheden voor vervroegd pensioen, met uitzondering van vrouwen met 40 dienstjaren (nők 40 év jogosultsági idővel), gefaseerd uit het pensioenstelsel geschrapt. De voormalige mogelijkheden voor vervroegd pensioen onder de pensioengerechtigde leeftijd worden omgezet in sociale uitkeringen, de zogenoemde “uitkeringen vóór pensioengerechtigde leeftijd”, en zijn dus geen pensioenen meer als uitkering voor inkomensvervanging bij ouderdom.
Vanaf 1 januari 2012 worden de uitkeringen aan personen die onder de pensioengerechtigde leeftijd een invaliditeitspensioen ontvangen omgezet in invaliditeits- of revalidatie-uitkeringen uit de gezondheidsverzekering; de uitkeringen voor personen die boven de pensioengerechtigde leeftijd een invaliditeitspensioen ontvangen worden omgezet in een ouderdomspensioen.

Werkloosheidsverzekering
Tegen werkloosheid bestaat een verzekering, waartoe zowel werkgevers als werknemers bijdragen. Er zijn zowel actieve als passieve arbeidsmarktmaatregelen om de werkgelegenheid te stimuleren en de werklozen te steunen. Alle ingezetenen, ook EER-staatsburgers, kunnen ongeacht de verzekeringsrelatie een beroep doen op arbeidsbemiddelingsdiensten. Het ministerie voor Nationale Economie (Nemzetgazdasági Minisztérium) is belast met het stelsel voor werkloosheidsverzekering. De institutionele structuur van het Hongaarse werkgelegenheidsbeleid bestaat uit de volgende twee hoofdcategorieën: autonome organen en administratieve organen. De Nationale Dienst voor Werkgelegenheid beheert de werkgelegenheid. Deze dienst bestaat uit het Nationaal Arbeidsbureau (Nemzeti Munkaügyi Hivatal), de Departementale Arbeidscentra, de plaatselijke kantoren van de Departementale Arbeidscentra en de Departementale Centra voor de Ontwikkeling en Opleiding van de Beroepsbevolking. Het autonome orgaan bestaat uit de Nationale Economische en Sociale Raad, het Bestuursorgaan van het Arbeidsmarktfonds en de Regionale Arbeidsraden.

Stelsel van gezinstoelagen
Het ministerie van Personeelszaken (Emberi Erőforrások Minisztériuma) is verantwoordelijk voor de gezinstoelagen. Het stelsel van gezinstoelagen is een algemene regeling en staat derhalve open voor alle burgers die aan de vereisten voldoen. Elke burger die een kind tot een bepaalde leeftijd heeft, kan recht hebben op een of meer gezinstoelagen. De regeling voor gezinstoelagen wordt uitgevoerd en beheerd door het Hongaarse ministerie van Financiën (Magyar Államkincstár) en het Nationale Fonds voor de Ziektekostenverzekering (Országos Egészségbiztosítási Pénztár).

Het stelsel van sociale bijstand
De plaatselijke overheden beheren het stelsel van sociale bijstand. Er worden diverse vormen van sociale bijstand verleend door de plaatselijke overheden. Het ministerie van Personeelszaken (Emberi Erőforrások Minisztériuma) is verantwoordelijk voor het toezicht.

Financiering
De prestaties op het gebied van de gezondheidszorg worden bekostigd uit het ziekenfonds (Egészségbiztosítasi Alap). Dit fonds haalt zijn inkomsten uit premies en bijdragen van de zorgverzekering en uit de staatsbegroting. Zowel de werknemer als de werkgever moeten premies voor de zorgverzekering betalen. De werknemer betaalt 7 % van het brutosalaris. Werkgevers zijn verplicht sociale premies te betalen, waaruit het ziekenfonds volgens de Wet op de centrale begroting recht heeft op zijn jaarlijkse inkomsten. Er is geen plafond voor de hoogte van de premies. De premies worden geïnd door de belastingdienst. Zelfstandigen die aanvullende werkzaamheden verrichten of hun gezamenlijke ondernemingen en anderszins niet-verzekerden of -rechthebbenden, betalen een verplichte bijdrage in de kosten van de gezondheidszorg als zij sinds een jaar onafgebroken in Hongarije hebben gewoond. Afgezien van een enkele uitzondering betalen ook ten laste komende naaste gezinsleden of hun echtgenoten een verplichte gezondheidszorgbijdrage.
De verplichte regeling van de pensioenverzekering volgens de eerste pilaar wordt gefinancierd uit bijdragen en het vastgestelde gedeelte van de inkomsten uit sociale premies volgens de Wet op de centrale begroting, terwijl de vrijwillige particuliere pensioenregeling uitsluitend uit bijdragen wordt bekostigd. Binnen de eerste pijler van het pensioenstelsel geldt een maximumbijdrage voor medewerkers maar niet voor werkgevers.
Het werkloosheidsstelsel is ook een verzekering op omslagbasis.
De gezinstoelagen worden betaald uit de algemene middelen.
De door de overheid verleende sociale bijstand is een premievrij stelsel met onderzoek naar vermogenstoestand. Het wordt deels gefinancierd uit de centrale begroting (80-95 %) en deels uit de eigen begroting van de plaatselijke overheden (5-20 %).

Hoofdstuk II: Gezondheidszorg

Wie komt in aanmerking voor gezondheidszorg?

Er zijn twee categorieën personen die recht hebben op prestaties van het zorgverzekeringsstelsel:

  • de verzekeringshouders, dat wil zeggen, personen die op grond van bovengenoemde wetgeving verplicht zijn premie af te dragen, zoals werknemers, overheidspersoneel, personen in de dienstverlenende sector, personen die werken volgens andere cao’s, zelfstandig ondernemers, ondernemers die deel uitmaken van een coöperatie, geestelijken en leden van beroepsverenigingen. Deze personen hebben recht op alle prestaties (uitkeringen en verstrekkingen, prestaties bij ongevallen) van de zorgverzekering. Tot deze categorie behoren ook personen die recht hebben op begeleiding bij het vinden van werk en die pensioenpremie betalen over hun uitkering. Zij hebben echter geen recht op uitkeringen;
  • de rechthebbenden, waaronder minderjarigen, scholieren, studenten die staan ingeschreven bij een dagopleiding, gepensioneerden, personen met een laag inkomen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, personen die een moederschapsuitkering krijgen van de zorgverzekering of die een uitkering krijgen via het socialezekerheidsstelsel, personen in verzorgingstehuizen, en personen die verplicht zijn premie te betalen voor prestaties op het gebied van de gezondheidszorg. Deze personen hebben alleen recht op niet-contante prestaties op het gebied van de gezondheidszorg.

Wat wordt er gedekt?

Medische hulp
Iedere verzekerde en rechthebbende op medische verstrekkingen heeft recht op de zorg die zijn gezondheidstoestand vereist. Medische verzorging in Hongarije is in de regel kosteloos. De kosten van zorg die niet op voorschrift van een arts is verleend, of die wordt verleend op een andere manier dan gebruikelijk is in het ziekenhuis, of die op wens van de patiënt wordt geleverd door een andere arts wenst dan de arts die door de zorgaanbieder is toegewezen, komen voor rekening van de patiënt. Er kan ook een verplichte eigen bijdrage – of beter gezegd een vergoeding – worden gevraagd voor geneesmiddelen en medische apparatuur.

Geneesmiddelen
Bij een ziekenhuisopname worden de geneesmiddelen gratis verstrekt. Bij poliklinische patiënten kent de Nationale Zorgverzekeringskas (OEP) een normatieve, of in bepaalde gevallen een hoge of zeer hoge, vergoeding toe als de voorgeschreven geneesmiddelen zijn opgenomen in de vergoedingenlijst. De regels omtrent vergoedingen zijn vastgelegd bij ministerieel besluit:

  • normatieve vergoedingscategorieën: 80 %, 55 %, 25 % (bij geneesmiddelen in ziekenhuizen moet het geneesmiddel in de vergoeding worden opgenomen met ten minste 0% subsidie);
  • hogere vergoedingen (90%, 70%, 50%) en volledige (100%) vergoedingen zijn gekoppeld aan specifieke behandelindicaties. De mate van subsidiëring kan verschillen afhankelijk van de ernst van de ziekte. Bij bepaalde chronische ziekten of andere ernstige ziekten is de subsidie 100%, maar in dat geval dient er een verpakkingsbijdrage van 300 HUF (1,05 EUR) te worden betaald.

Tandheelkundige behandeling
In Hongarije betalen tandartspatiënten normaliter alleen de kosten voor standaardbezoeken aan de tandarts. Tandheelkundige behandeling is gratis voor patiënten tot 18 jaar; studenten, 60-plussers en zwangere vrouwen (vanaf het moment waarop de zwangerschap is vastgesteld tot negentig dagen na de bevalling) betalen de prijs van een standaardbezoek. Bij tandheelkundige verstrekkingen moet de verzekerde wel de technische uitgaven in verband met de behandeling terugbetalen. Volgens de overeenkomst met het nationale verzekeringsfonds voor de gezondheidszorg vergoedt het socialezekerheidsstelsel rechthebbenden alleen de spoedeisende zorg van tandheelkundige behandelingen.
Verstrekkingen voor preventieve zorg en onderzoek
Alle personen die uit hoofde van de verplichte zorgverzekering recht hebben op medische zorg, kunnen onder bepaalde voorwaarden, die per leeftijdscategorie zijn vastgesteld, en met een bepaalde frequentie gebruikmaken van preventief onderzoek en vroegtijdige opsporing van ziekten. Tests voor het opsporen van ziekten kunnen worden uitgevoerd op initiatief van de patiënt of van de behandelend arts. Bevolkingsonderzoeken worden uitgevoerd op basis van persoonlijke oproeping. Deelname aan bevolkingsonderzoeken is vrijwillig — enkele uitzonderingen daargelaten — maar er is wel een belang voor de desbetreffende persoon. De preventieve zorg wordt grotendeels verleend door de huisarts.
Ook verpleegkundigen en schoolartsen spelen bij de tests voor het opsporen van ziekten een rol. De eersten hebben vooral een informatieve taak. Bepaalde onderzoeken worden uitgevoerd door specialisten. Om de effectiviteit van preventief onderzoek te verhogen, kan in bepaalde voorschriften als voorwaarde worden opgenomen dat bepaalde zorg alleen gratis is als betrokkene heeft deelgenomen aan deze preventieve onderzoeken en dat een financiële bijdrage van de betrokkene wordt gevraagd als deze hieraan niet heeft deelgenomen. Bij consulten hoeft niet te worden betaald voor tests voor het opsporen van ziekten.
Bij wijze van preventie geldt sinds 1 januari 2012 een rookverbod in overdekte openbare ruimten, met inbegrip van werkruimten, restaurants, bars en cafés, maar met uitzondering van reeds bestaande, speciaal daarvoor aangewezen rookruimten.

Thuiszorg
Het gaat hier om verstrekkingen die tot doel hebben het aantal ziekenhuisopnamen te beperken en een meer humane zorg te bieden. De verzekerde kan in dit verband in aanmerking komen voor ondersteuning door thuiszorgaanbieders die een overeenkomst hebben gesloten met de OEP. Deze vorm van hulp wordt alleen vergoed als hij is voorgeschreven door een specialist. De duur van de thuiszorg mag niet langer zijn dan de duur van de zorg die de patiënt voor dezelfde ziekte in het ziekenhuis zou hebben ontvangen.

Intramurale zorg
Intramurale specialistische zorg wordt in verschillende soorten faciliteiten geboden, dat wil zeggen instellingen (voor chronische zorg, revalidatie of verpleging), ziekenhuizen, nationale instellingen (voor zeer specialistische zorg), universitaire poliklinieken en dagbehandelcentra.
Een patiënt die in het ziekenhuis wordt behandeld omdat zijn gezondheidstoestand dit vereist, heeft recht op de volgende verstrekkingen die zijn opgenomen in het forfaitaire bedrag per ligdag:

  • diagnostisch onderzoek,
  • behandelingen die zijn voorgeschreven door een arts, inclusief chirurgische ingrepen, therapeutische instrumenten die hierbij worden gebruikt, prothetische instrumenten;
  • geneesmiddelen, bloedafnames, verbandmiddelen, therapeutische hulpmiddelen;
  • therapeutische zorg,
  • voedingsadviezen en adviezen over persoonlijke verzorging,
  • voeding, een door een arts voorgeschreven dieet,
  • opname van de patiënt in een therapeutische instelling voor bedlegerige patiënten, zolang zijn gezondheidstoestand dit vereist, afhankelijk van de beschikbaarheid en met inachtneming van de professionele en ethische eisen die aan de benodigde zorg worden gesteld.

De patiënt heeft tevens recht op een financiële bijdrage van de zorgverzekering voor de aanschaf van therapeutische apparaten die hem definitief zijn voorgeschreven, en op een tegemoetkoming in de kosten van reparatie en huur van deze apparaten. In de ziekenhuizen en klinieken kunnen diverse soorten zorg worden verleend: waardonder diagnostiek, therapeutische zorg, revalidatie en lichamelijke verzorging. Deze zorg kan continu of periodiek worden verleend; het kan gaan om één ingreep of een behandeling die met een bepaalde regelmaat wordt gegeven en waarbij de patiënt gedurende een vastgestelde periode wordt gevolgd. Voor bepaalde ziekten vindt behandeling plaats op basis van een wachtlijst. In dat geval krijgt de patiënt zorg wanneer hij aan de beurt is. Deze wachtlijsten kunnen worden geraadpleegd op de internetsites van de zorgaanbieders. Indien de ziekte verergert, moeten nieuwe onderzoeken worden gedaan en kan de plaats op de wachtlijst afhankelijk van de uitkomsten hiervan worden aangepast.

Medische apparatuur
De regels voor vergoeding van medische hulpmiddelen zijn in de wet vastgelegd. De informatie over de medische hulpmiddelen die worden vergoed wordt gepubliceerd in het blad van de nationale zorgverzekeringskas. Om voor vergoeding in aanmerking te komen, moeten de medische hulpmiddelen zijn voorgeschreven door een arts. De hoogte van de vergoeding wordt vastgesteld op basis van het percentage van de prijs (98/90/80/70/60/50 of 45%). Voor medische hulpmiddelen in de hoogste vergoedingscategorie komt elke eigen bijdrage boven 5 000 HUF (18 EUR) ten laste van de Nationale Zorgverzekeringskas.

Wat moet u doen om gezondheidszorg te verkrijgen?
U bent vrij in de keuze van een arts, onafhankelijk van de aard van zijn of haar contractuele binding. De patiënten dienen zich in te schrijven bij één huisarts. Er zijn geen geografische beperkingen. Het is toegestaan om eens per jaar van arts te veranderen (of vaker indien gerechtvaardigd). De verzekerde kan hiervoor terecht bij alle zorgaanbieders die een overeenkomst hebben met de OEP. Hij is vrij in de keuze van de arts als het gaat om de basiszorg. De zorg aan poliklinische patiënten en/of aan bedlegerige patiënten wordt verleend door de zorgaanbieder die hiervoor wordt aangewezen op basis van de opgegeven woon- of verblijfplaats. Indien de behandeling wordt voorgeschreven door de huisarts, gaat de patiënt naar de zorginstelling in of nabij de eigen woonplaats of de plaats van de huisartsenpraktijk.

Hoofdstuk III: Uitkeringen bij ziekte

Wie komt in aanmerking voor een ziekte-uitkering?

Verzekerden en moeders die een ziek kind verzorgen die arbeidsongeschikt raken hebben recht op een uitkering.

Wat wordt er gedekt?

Bij ziekteverzuim wordt gedurende maximaal 15 werkdagen per jaar een vergoeding (Távolléti díj, betegszabadság) ter hoogte van 70 % van het bruto dagloon betaald door de werkgever. Hierbij wordt uitgegaan van het gemiddelde dagelijks bruto-inkomen (behalve bij bedreigde zwangerschap).
Zolang de betrokkene de status van verzekerde heeft, kan een ziekte-uitkering (Táppénz) worden toegekend voor de duur van maximaal één jaar. De hoogte van deze uitkering is 60 % van het gemiddelde bruto dagloon tot een maximum van twee keer het bruto minimumloon (156 000 HUF (547 EUR) per maand).

Wat moet u doen om een ziekte-uitkering te krijgen?

Gevallen van arbeidsongeschiktheid moeten altijd door een arts worden bevestigd. Er is geen formele termijn gesteld. Periodieke herkeuring is verplicht. De frequentie wordt door de arts bepaald.

De ziekte-uitkering wordt binnen dertig dagen betaald door de zorgverzekeringskas van de bureaus van de provinciale overheid of op de betaaldag door de socialeverzekeringskas (een werkgever die meer dan 100 werknemers in dienst heeft, is verplicht een socialeverzekeringskas in het leven te roepen).

Hoofdstuk IV: Moeder- en vaderschapsuitkeringen

Wie komt in aanmerking voor een moeder- of vaderschapsuitkering?

Uitkeringen bij zwangerschap en bevalling
Zwangerschaps- en bevallingsuitkeringen worden toegewezen aan vrouwen die in de twee jaar voorafgaand aan de geboorte van het kind gedurende ten minste 365 dagen als verzekerde werden aangemerkt voor de zorgverzekering en die bevallen:

  • terwijl zij nog verzekerd zijn (bijvoorbeeld via een arbeidscontract),
  • binnen 42 dagen na afloop van de verzekering,
  • binnen 42 dagen na afloop van de verzekering terwijl zij een ongevallenuitkering (Baleseti táppénz) ontvangen (of binnen 28 dagen na beëindiging van de uitkering),
  • na afloop van de verzekering terwijl zij een ziekte-uitkering (Táppénz) ontvangen (of binnen 28 dagen na beëindiging van de uitkering).

Een vrouw die een kind opvoedt met de bedoeling het te adopteren, heeft eveneens recht op deze uitkeringen indien zij op de dag waarop het kind aan haar wordt toevertrouwd aan bovengenoemde voorwaarden voldoet. In dat geval krijgt zij een zwangerschaps- en bevallingsuitkering vanaf de dag dat het kind aan haar wordt toevertrouwd tot het einde van de periode van zwangerschapsverlof.
Deze uitkering wordt niet uitgekeerd aan verzekerden die:

  • volledig worden doorbetaald, gedurende de periode waarin zij hun volledige salaris ontvangen;
  • werk verrichten waarvoor op welke basis dan ook een vergoeding wordt betaald — met uitzondering van vergoedingen voor diensten die onder het auteursrecht vallen of vergoedingen die zijn uitgesloten van de inkomstenbelasting — of die een betaalde activiteit verrichten waarvoor toestemming van de autoriteiten is vereist.

Indien de verzekerde gedurende haar zwangerschapsverlof een deel van haar salaris ontvangt, heeft zij recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor het resterende deel van haar salaris.

Geboortetoelage
Voor een geboortetoelage komen in aanmerking: legaal in Hongarije verblijvende vrouwen die zijn bevallen, adoptie-ouders, voogden, en vaders, als de moeder is overleden. Ouders die voor de geboorte van hun kind hebben toegestemd in adoptie van dat kind, hebben geen recht op een geboortetoelage. pasgeborenen die op basis van een definitieve uitspraak van de voogdijraad worden geplaatst, vallen onder de kinderbescherming.

Wat wordt er gedekt?

Uitkeringen bij zwangerschap en bevalling
Moeders hebben recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering gedurende hun zwangerschapsverlof, voor maximaal 168 dagen. De maximale duur van het zwangerschapsverlof is 24 weken, waarvan voor zover mogelijk vier weken moeten worden opgenomen voor de verwachte bevallingsdatum. De zwangerschaps- en bevallingsuitkering bedraagt 70 % van het gemiddelde daginkomen in het kalenderjaar voorafgaand aan de eerste dag van het zwangerschapsverlof. Dit bedrag wordt in de loop van het zwangerschapsverlof uitgekeerd aan de moeder of aan de vrouw die het kind gaat adopteren en die aan bovenstaande voorwaarden voldoet.

Bijzonderheden die gelden voor deze uitkeringen:

  • de periode waarvoor een zwangerschaps- en bevallingsuitkering wordt toegekend, wordt voor het ouderdomspensioen meegeteld als diensttijd;
  • vrouwen die een zwangerschaps- en bevallingsuitkering ontvangen recht op dezelfde medische hulp via de zorgverzekering (zoals poliklinische zorg of zorg aan patiënten die zijn opgenomen in zorginstellingen) als andere verzekerden;
  • personen die alimentatie moeten betalen of die onrechtmatig gebruik hebben gemaakt van de zorgverzekering, worden maximaal 33 % gekort op de zwangerschaps- en bevallingsuitkering;
  • studentes aan een instelling voor hoger onderwijs die een zwangerschaps- en bevallingsuitkering ontvangen op de eerste dag van een semester (onderwijsperiode) en die een basisopleiding, een aanvullende basisopleiding, een bijscholingscursus of een hogere beroepsopleiding volgen bij een erkende onderwijsinstelling, zijn niet gehouden tot terugbetaling.

Geboortetoelage
De geboortetoelage is een eenmalige uitkering ter hoogte van 225 % van het minimumouderdomspensioen. Bij de geboorte van een tweeling wordt 300 % uitgekeerd.
Wat moet u doen om een moeder- of vaderschapsuitkering te krijgen?
Voorwaarde voor toekenning van de geboortetoelage is dat er ten minste vier prenatale medische onderzoeken zijn uitgevoerd (één in het geval van vroeggeboorte) of binnen 180 dagen na de bevalling een uitspraak met kracht van gewijsde is gedaan over adoptie of voogdij. Bij aanvraag moet een bewijs van woonplaats in Hongarije worden ingediend.

Hoofdstuk V: Uitkeringen bij invaliditeit

Wie komt in aanmerking voor een invaliditeitspensioen?

Eind 2011 heeft het parlement een nieuwe wet aangenomen betreffende de uitkeringen aan personen met een veranderde arbeidsgeschiktheid. Deze nieuwe wet heeft tot doel te zorgen voor sociale re-integratie, tewerkstelling en op tewerkstelling gerichte revalidatie op basis van de overgebleven en verbeterbare mogelijkheden van personen met een veranderde arbeidsgeschiktheid. Deze wet regelt bovendien de inkomensvervanging van het ontbrekende inkomen. Er wordt gericht op de overgebleven mogelijkheden om arbeid te verrichten en het doel is om personen met een veranderde arbeidsgeschiktheid weer terug naar de arbeidsmarkt te leiden.
Volgens de nieuwe regels zullen het voormalige invaliditeitspensioen (rokkantsági nyugdíj), het invaliditeitspensioen in verband met een bedrijfsongeval (baleseti rokkantsági nyugdíj), de revalidatievergoeding (rehabilitációs járadék), de reguliere sociale toelage voor personen met een slechte gezondheid (rendszeres szociális járadék), de tijdelijke invaliditeitsvergoeding (átmeneti járadék) en de vergoeding voor gezondheidsschade aan mijnwerkers (bányász dolgozók egészségkárosodási járadéka) met ingang van 1 januari 2012 niet meer worden toegekend. In plaats daarvan worden nieuwe uitkeringen toegekend via een nieuw ingestelde, complexe beoordelingsmethode.
Uitkeringen voor personen met een veranderde arbeidsgeschiktheid
Personen die in aanmerking komen voor een uitkering voor personen met een veranderde arbeidsgeschiktheid zijn degenen die:

  • een afname van gezondheid hebben die op 60% of minder wordt beoordeeld, en
  • binnen 5 jaar voordat de aanvraag wordt ingediend ten minste 1 095 dagen verzekerd zijn geweest,
  • geen betaalde arbeid verrichten, en
  • geen reguliere uitkeringen in geld ontvangen.

De uitkering voor personen met een veranderde arbeidsgeschiktheid bestaat uit twee afzonderlijke vergoedingen:

  • Iemand heeft recht op een revalidatievergoeding als hij of zij kan revalideren. De revalidatievergoeding kan worden toegekend gedurende de periode die benodigd is voor revalidatie, met een limiet van 3 jaar vanaf de ingang van de vergoeding.
  • Iemand met een veranderde arbeidsgeschiktheid heeft recht op een invaliditeitspensioen als revalidatie niet wordt aanbevolen of als hij of zij niet kan revalideren, of als hij of zij binnen 5 jaar de pensioengerechtige leeftijd zal bereiken.

Uitkeringen voor personen met een veranderde arbeidsgeschiktheid zijn uitkeringen in het kader van de ziektekostenverzekering.

Wat wordt er gedekt?

Uitkeringen voor personen met een veranderde arbeidsgeschiktheid
Het bedrag is gebaseerd op het gemiddelde maandinkomen, en het minimum is vastgesteld op bepaalde percentages van het minimumloon.
Revalidatievergoeding:

  • personen waarbij revalidatie binnen een verwachte periode mogelijk is:
  • bedrag: 35% van het gemiddelde maandinkomen;
  • minimum: 30% van het minimumloon;
  • limiet: 40% van het minimumloon;
  • personen die permanente revalidatie nodig hebben:
  • bedrag: 45% van het gemiddelde maandinkomen;
  • minimum: 40% van het minimumloon;
  • limiet: 50% van het minimumloon.

Het invaliditeitspensioen varieert afhankelijk van de beoordeling van de gezondheidstoestand en de mogelijkheid van revalidatie:

  • bedrag: 40-70% van het gemiddelde maandinkomen;
  • minimum: 30-55% van het minimumloon;
  • limiet: 45% of 150% van het minimumloon.

Wat moet u doen om een invaliditeitspensioen te krijgen?
Het recht hierop wordt beoordeeld door de autoriteit voor revalidatie, die een multidisciplinair onderzoek uitvoert (de zogenoemde “complexe beoordeling”) naar de gezondheidstoestand en de mogelijkheid van revalidatie van de aanvrager.
Vanaf 1 januari 2012 kunnen aanvragen voor uitkeringen voor personen met een veranderde arbeidsgeschiktheid kosteloos worden ingediend via de desbetreffende gedrukte of elektronische aanvraagformulieren bij de nieuw ingestelde organen voor revalidatie van het kantoor van het comitaat (graafschap) waarin de aanvrager woont.
De aanvrager kan verplicht worden zich te melden bij het orgaan voor revalidatie voor de complexe beoordeling. Verzuim om dit te doen kan resulteren in beëindiging van de procedure.
Tijdens de complexe beoordeling onderzoekt het orgaan voor revalidatie de gezondheidstoestand van de aanvrager en of hij of zij in aanmerking komt voor revalidatie. Zo ja, dan verstrekt het orgaan voor revalidatie een beschikking over de revalidatie.
Het invaliditeitspensioen en de revalidatievergoeding worden uitgekeerd door het directoraat Pensioenbetaling.

Hoofdstuk VI: Ouderdomspensioenen en -uitkeringen

Wie komt in aanmerking voor een ouderdomspensioen?

In 1997 heeft een volledige herziening van het Hongaarse pensioenstelsel plaatsgevonden. Het nieuwe pensioenstelsel berust op twee pijlers.

  • Tussen 1998 en november 2010 was de situatie als volgt:
  • de eerste pijler, bestaande uit een verplicht omslagstelsel dat wordt bekostigd uit premies en deel uitmaakt van het socialezekerheidsstelsel. Het stelsel wordt beheerd door het ministerie van Personeelszaken. De Centrale Administratie van Nationale Pensioenverzekering is, samen met de verschillende directoraten, verantwoordelijk voor de uitvoering. Het directoraat Pensioenbetaling is belast met de uitkering van alle pensioenen die onder de eerste pijler vallen en alle uitkeringen die als pensioen kunnen worden aangemerkt;
  • de tweede pijler, bestaande uit verplichte, particuliere kapitaaldekkingspensioenverzekeringen. Deze worden beheerd door diverse pensioenfondsen die weer worden gecontroleerd door het ministerie voor de Nationale Economie.
  • Sinds 3 november 2010 is het verplichte pensioenstelsel publiek. Hongarije is teruggekeerd naar het pensioenstelsel met twee pijlers op basis van een verplicht socialezekerheidsstelsel enerzijds en een vrijwillige spaarregeling anderzijds.

Iedereen die de in de wet vastgelegde pensioenleeftijd heeft bereikt en het vereiste aantal dienstjaren heeft vervuld, heeft recht op het ouderdomspensioen. De pensioenleeftijd was in 2009 voor zowel mannen als vrouwen vastgesteld op 62 jaar. De pensioenleeftijd wordt vanaf 2010 geleidelijk opgetrokken (met een half jaar voor elke leeftijdsgroep) tot 65 jaar in 2022 voor personen die in of na 1957 zijn geboren. De eersten op wie deze verhoging betrekking heeft, zijn personen geboren in 1952.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de pensioenleeftijd per geboortejaar.
(Geboortejaar, Pensioenleeftijd)

  • Vóór 1 januari 1952 62
  • 1952 62,5
  • 1953 63
  • 1954 63.5
  • 1955 64
  • 1956 64,5
  • 1957 en later 65

Ook als de persoon in kwestie nog betaald werk verricht, kan een ouderdomspensioen worden toegekend, tot de wettelijk vastgestelde inkomensgrens. Sinds 1 april 2007 zijn pensioengerechtigden die betaald werk verrichten, verplicht pensioenpremie af te dragen over hun inkomsten. Na 365 dagen (verzekeringsdagen) wordt hun pensioen verhoogd met 0,5 % van het maandsalaris dat als grondslag dient voor de premieberekening.
Volgens de nieuwe regels, die op 1 januari 2012 van kracht werden, zijn de uitkeringen die door het wettelijk pensioenstelsel worden uitbetaald: ouderdomspensioenen (alleen boven de pensioengerechtigde leeftijd), met een vereiste van veertig jaar voor vrouwen (nők 40 év jogosultsági idővel), en nabestaandenpensioenen.

Vervroegd ouderdomspensioen
De zogenaamde “vereiste periode van veertig jaar voor vrouwen” (“nők 40 év jogosultsági idővel”) die van kracht is, biedt een mogelijkheid voor vrouwen die ten minste veertig jaar verzekerd zijn geweest en geen betaalde arbeid meer verrichten, ongeacht hun leeftijd. Het criterium van veertig jaar heeft betrekking op een combinatie van perioden waarin betaald werk is verricht en perioden waarin een uitkering is ontvangen wegens zwangerschap of bevalling (Terhességi-gyermekágyi segély), kinderopvang (Gyermekgondozási díj), kinderthuiszorg (gyermekgondozási segély) en opvoeding (gyermeknevelési támogatás) of verzorging gekoppeld aan opvoeding (Ápolási díj). Een aanvullend criterium is dat er naast perioden waarin voornoemde uitkeringen in verband met de opvoeding zijn ontvangen ten minste 32 jaar betaald werk moet zijn verricht; in het geval van verzorging moet er ten minste dertig jaar betaald werk zijn verricht naast de periode(n) waarin de uitkering is ontvangen. De periode van veertig jaar wordt met een jaar verkort per binnen het huishouden grootgebracht kind voor vrouwen die vijf of meer kinderen grootbrengen, tot een maximum van zeven jaar.
Vanaf 1 januari 2012 zijn de voormalige uitkeringen bij vervroegde uittreding, uitgezonderd de “vereiste periode van veertig jaar voor vrouwen” (“nők 40 év jogosultsági idővel”), nu gecombineerd in de vorm van “uitkeringen vóór pensioengerechtigde leeftijd” (korhatár előtti ellátás). De volgende personen hebben recht op deze uitkeringen vóór pensioengerechtigde leeftijd:

  • personen die vóór 31 december 2011 hebben voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot leeftijd en dienstjaren voor een vervroegd pensioen (Előrehozott öregségi nyugdíj) of een vervroegd pensioen met een lager bedrag (Csökkentett összegű előrehozott öregségi nyugdíj);
  • in 1953 geboren vrouwen die vóór de ingangsdatum van de uitkering vóór pensioengerechtigde leeftijd, maar uiterlijk op 31 december 2012 de leeftijd van 59 hebben bereikt en die ten minste 37 dienstjaren hebben gehad;
  • personen die vóór de ingangsdatum van de uitkering vóór pensioengerechtigde leeftijd, maar uiterlijk op 31 december 2012 recht hadden op het voormalige vervroegd pensioen vanwege gevaarlijke werkomstandigheden (korkedvezményes öregségi nyugdíj);
  • personen die vóór 31 december 2011 recht hadden op een pensioen voor mijnwerkers (bányásznyugdíj);
  • personen die vóór 31 december 2011 recht hadden op een ouderdomspensioen voor artiesten;
  • personen waarvan het werkverband vóór 1 januari 2012 werd beëindigd en die op die datum onder bepaalde voorwaarden in aanmerking kwamen voor vervroegd pensioen. Raadpleeg de MISSOC Tabellen voor meer informatie.

Degenen die recht hadden op een vervroegd pensioen vanwege gevaarlijke werkomstandigheden kunnen net zo veel jaren vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd als het aantal jaren van vervroegd pensioen vanwege gevaarlijke werkomstandigheden dat zij tot 31 december 2012 hebben opgebouwd, of, als de ingangsdatum van de de uitkering in 2012 valt, tot de dag voorafgaand aan die uitkering een recht hebben op een uitkering vóór pensioengerechtigde leeftijd.

Uitkeringen bij vervroegde uittreding
In 2005 is op het gebied van de arbeidsmarkt een nieuwe regeling ingesteld. Het gaat om het “programma voor premiejaren” bedoeld om ouderen langer aan het werk te houden: Het doel van het programma is personen die werkzaam zijn bij de overheid de mogelijkheid te bieden hun pensioen geleidelijk in te laten gaan, zodat zij in deeltijd kunnen werken. Werknemers bij de overheid die binnen drie jaar de pensioengerechtigde leeftijd bereiken, die ten minste 25 dienstjaren hebben en in het kader van dit programma in deeltijd willen gaan werken, krijgen 70 % van hun laatstverdiende salaris en blijven in dienst tot aan hun pensioen. De tijd dat ze in het kader van dit programma werkzaam zijn, wordt meegerekend voor hun socialezekerheidsrechten. Dit programma kan worden beschouwd als een prepensioenregeling.

Wat wordt er gedekt?

De hoogte van het pensioen is afhankelijk van het gemiddelde salaris en het aantal dienstjaren (verzekeringsjaren). Het gemiddelde salaris dat als grondslag dient voor de berekening van het pensioen, wordt in de regel vastgesteld op basis van het salaris en de inkomsten waarover pensioenpremie is betaald tussen 1 januari 1988 en het moment van pensionering. Op dit moment wordt het gemiddelde salaris berekend op basis van het nettosalaris.
De eerdere salarissen worden vermenigvuldigd met een opwaarderingscoëfficiënt om de hoogte ervan op het niveau te brengen van het tweede jaar voorafgaand aan de pensionering. Vanaf 2008 moet het gemiddelde nettosalaris van bepaalde jaren worden verhoogd tot het niveau van het jaar voorafgaand aan de pensionering.

Minimumpensioen
Het Hongaarse pensioenstelsel voorziet in een minimumpensioen voor personen die ten minste twintig jaren hebben gewerkt, van 28 500 HUF (100 EUR) per maand. Als de gemiddelde premiegrondslag lager is dan het minimumpensioen, is het pensioenbedrag gelijk aan 100 % van het gemiddelde maandloon.

Uitgesteld pensioen
Indien geen pensioen wordt toegekend aan een persoon die 20 dienstjaren heeft en de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, en betrokkene nog ten minste 30 dagen heeft doorgewerkt, heeft deze recht op een pensioentoelage. Voor elke extra periode van 30 dagen bedraagt de toelage 0,5 % van het pensioen. In dit geval kan de pensioenuitkering inclusief de toelage hoger zijn dan het gemiddelde maandsalaris dat als grondslag dient.

Uitkeringen bij overlijden
Er zijn twee soorten prestaties op dit vlak, te weten een begrafenisuitkering en het laten verzorgen van de begrafenis door de overheid.
Begrafenisuitkering: de lokale overheid kan een uitkering toekennen aan de persoon die de begrafenis van een overledene op zich neemt zonder dat hij daartoe verplicht is of omdat de naaste van de overledene, hoewel deze bekend is, de begrafeniskosten niet op zich kan nemen zonder zijn/haar eigen bestaansmiddelen of die van zijn/haar gezin in gevaar te brengen. Het bedrag van de uitkering voor één persoon kan niet lager zijn dan het minimumbedrag van het ouderdomspensioen per maand voor een gezin en bij alleenstaande personen niet lager dan 150 % hiervan. De begrafenisuitkering kan niet lager zijn dan 10 % van de goedkoopste begrafenis, maar deze kan ook de totale kosten dekken indien de begrafenis de bestaansmiddelen van de aanvrager of van zijn/haar gezin in gevaar brengt.
Begrafenis op kosten van de overheid: de burgemeester van de gemeente die geldt als plaats van overlijden dient erop toe te zien dat de begrafenis, binnen 30 dagen volgend op het overlijdensbericht, door de staat wordt betaald indien er niemand is die de begrafenis op zich neemt of als de persoon die dit zou moeten doen, onvindbaar is of weigert de kosten van de begrafenis te betalen. De gemeente waar de overledene zijn laatste woonplaats had, vergoedt de begrafeniskosten aan de gemeente die geldt als plaats van overlijden.
Wat moet u doen om een ouderdomsuitkering te krijgen?
Een pensioen kan pas worden uitgekeerd nadat hiervoor een officiële aanvraag is ingediend. Personen die woonachtig zijn in Hongarije kunnen een dergelijke aanvraag persoonlijk, schriftelijk of elektronisch indienen bij elk directoraat pensioenverzekering. Aanvraagformulieren kunnen worden gedownload via http://www.onyf.hu of worden verkregen via elke uitvoeringsinstantie.
Personen die buiten de EU of EER woonachtig zijn of verblijven moeten hun aanvraag indienen bij het directoraat Pensioenbetaling. Indien de aanvraag niet persoonlijk door de aanvrager wordt ingediend, moet het formulier door de aanvrager zijn ondertekend en moet de handtekening zijn gelegaliseerd door een notaris, door een vertegenwoordiging van de Republiek Hongarije in het buitenland, of door de buitenlandse autoriteiten.

Hoofdstuk VII: Nabestaandenpensioenen

Wanneer hebt u recht op een nabestaandenpensioen?

De basisvoorwaarde voor het verkrijgen van een nabestaandenuitkering is dat de rechthebbende (overledene) voldoende dienstjaren had of dat hij voor zijn overlijden een ouderdomspensioen of invaliditeitspensioen ontving. Personen die volgens de definitieve uitspraak van de rechtbank opzettelijk de dood van de rechthebbende hebben veroorzaakt, komen niet in aanmerking voor een uitkering. Bij overlijden als gevolg van een arbeids- of bedrijfsongeval krijgt de weduwe, weduwnaar en/of wezen (al naar gelang) van de verzekerde een nabestaandenuitkering.

Weduwen-/weduwnaarspensioen
Personen die in aanmerking komen voor een weduwen-/weduwnaarpensioen (Özvegyinyugdíj) zijn degenen wiens echtgenoot/echtgenote als gepensioneerde is overleden of wiens echtgenoot/echtgenote:

  • is overleden vóór het bereiken van de leeftijd van 22 jaar, en
  • diensttijd heeft opgebouwd in de 180 dagen die volgen na het voltooien van een studie, of
  • in totaal ten minste 2 dienstjaren heeft opgebouwd,
  • is overleden tussen de leeftijd van 22 en 25 jaar en ten minste 4 dienstjaren heeft opgebouwd,
  • is overleden tussen de leeftijd van 25 en 30 jaar en ten minste 6 dienstjaren heeft opgebouwd,
  • is overleden tussen de leeftijd van 30 en 35 jaar en ten minste 8 dienstjaren heeft opgebouwd,
  • is overleden tussen de leeftijd van 35 en 45 jaar en ten minste 10 dienstjaren heeft opgebouwd,
  • is overleden na het bereiken van de leeftijd van 45 jaar en ten minste 15 dienstjaren heeft opgebouwd.

Men komt ook in aanmerking als de overleden echtgenoot/echtgenote niet de bovengenoemde diensttijd heeft opgebouwd, maar wel de vereiste diensttijd heeft opgebouwd voor een lagere leeftijdsgroep, mits er na die datum [LET OP: HET IS NIET DUIDELIJK NAAR WELKE DATUM HIER WORDT VERWEZEN] tot aan de overlijdensdatum geen onderbreking in zijn of haar diensttijd is geweest die langer duurde dan 30 dagen.

Tijdelijk en permanent weduwen-/weduwnaarspensioen:
Een tijdelijk weduwen-/weduwnaarspensioen geldt voor 1 jaar of voor maximaal 3 jaar als de weduwe/weduwnaar voor een wees zorgt.
Een tijdelijk weduwen/weduwnaarspensioen wordt omgezet in een permanent weduwen-/weduwnaarspensioen als de echtgenoot/echtgenote:

  • boven zijn of haar relevante pensioengerechtigde leeftijd is, of
  • wordt beschouwd als een persoon met een veranderde arbeidsgeschiktheid, of
  • ten minste twee minderjarige kinderen van de overledene heeft (die recht hebben op een wezenuitkering).

Als de rechthebbende tussen 3 november 2010 en 31 januari 2011 is teruggegaan naar de eerste pijler van het staatspensioenstelsel, kan de weduwe of weduwnaar kiezen tussen het weduwen-/weduwnaarspensioen en een nieuwe uitkering: de lijfrente (özvegyi járadék). De hoogte van dit weduwen-/weduwnaarspensioen in de vorm van een lijfrente is gebaseerd op het opgebouwde bedrag.

Wezenuitkering
Alle kinderen, ook kinderen uit eerdere huwelijken of officiële samenlevingsvormen die binnen het kader van een ander huwelijk of samenlevingsvorm worden opgevoed, komen in aanmerking voor een wezenuitkering. Adoptiekinderen komen alleen in aanmerking voor een wezenuitkering bij het overlijden van hun biologische ouder als zij zijn geadopteerd door de partner van de biologische ouder.
Ook broers en zussen, kleinkinderen, achterkleinkinderen en achter-achterkleinkinderen van de overledene hebben recht op een wezenuitkering indien zij met laatstgenoemde één huishouding vormden en als er binnen hun familie niemand verplicht of in staat is hen op te voeden.

Ouderschapsuitkering
De ouder van een kind dat voldoende dienstjaren heeft om recht te hebben op een ouderdoms- of invaliditeitspensioen of dat een ouderdoms- of invaliditeitspensioen ontving, heeft bij overlijden van het kind recht op ouderpensioen indien de ouder op het moment van overlijden van het kind gehandicapt is, de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt en het kind gedurende het laatste levensjaar van laatstgenoemde grotendeels ten laste heeft gehad.

Wat wordt er gedekt?

Weduwen-/weduwnaarspensioen
Een tijdelijk weduwen- of weduwnaarspensioen wordt gewoonlijk toegekend voor een periode van een jaar (of drie jaar als de weduwe/weduwnaar een wees ten laste heeft), te rekenen vanaf de dag waarop de partner is overleden.
Na afloop van het recht op een tijdelijk weduwe- of weduwnaarspensioen ontstaat het recht op een permanent weduwe- en weduwnaarspensioen indien betrokkene de wettelijke leeftijd voor het ouderdomspensioen (d.w.z. de pensioenleeftijd) heeft bereikt, of gehandicapt is, of belast is met de verzorging van ten minste twee wezen (of een gehandicapte of chronisch zieke wees) die de kinderen van de partner zijn. Het recht op dit permanente pensioen ontstaat eveneens indien zich een van bovengenoemde situaties voordoet binnen vijftien jaar na het overlijden van de partner als de datum van overlijden voor 1 maart 1993 valt, of binnen tien jaar als de datum van overlijden na 28 februari 1993 valt.
De hoogte van het tijdelijke weduwe- of weduwnaarspensioen is 60 % van het bedrag waarop de overledene recht had of zou hebben. Het permanente weduwenpensioen is ook 60 % als de weduwe zelf geen pensioen heeft. Heeft zij wel een pensioen, dan wordt 30 % van het pensioen van de overledene uitgekeerd.
Indien er meer begunstigden zijn, wordt het weduwe- of weduwnaarspensioen gelijkelijk onder hen verdeeld. Er bestaat geen wettelijk minimumpensioen.

Wezenuitkering
Het recht op wezenuitkering geldt totdat het kind de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt of totdat hij zijn dagopleiding heeft voltooid, doch niet langer dan tot het 25e levensjaar. Indien het kind voor het einde van het recht op wezenpensioen gehandicapt raakt, houdt hij/zij dat recht voor de duur van de invaliditeit ongeacht zijn/haar leeftijd.
Een kind komt in aanmerking als de ouder vóór zijn of haar overlijden de vereiste diensttijd voor een weduwen-/weduwnaarspensioen heeft opgebouwd, of als gepensioneerde is overleden.
De hoogte van de wezenuitkering is 30 % van het pensioen van de rechthebbende en 60 % indien beide ouders zijn overleden of indien de overblijvende ouder gehandicapt is. Vanaf 2010 bedraagt het wezenpensioen nooit minder dan 24 250 HUF (85 EUR). Indien beide ouders zijn overleden, ontvangt het kind het wezenpensioen dat voor hem het meest gunstig is.

Ouderschapsuitkering
De ouderschapsuitkering wordt op dezelfde wijze en onder dezelfde voorwaarden berekend als het weduwenpensioen (60 % of 30 %). Indien er meer begunstigden zijn, wordt het ouderpensioen gelijkelijk onder hen verdeeld. Er bestaat geen wettelijk minimumpensioen.
Wat moet u doen om een nabestaandenpensioen te krijgen?
Een pensioen kan pas worden uitgekeerd nadat hiervoor een officiële aanvraag is ingediend. Personen die woonachtig zijn in Hongarije kunnen een dergelijke aanvraag persoonlijk, schriftelijk of elektronisch indienen bij elk directoraat pensioenverzekering. Aanvraagformulieren kunnen worden gedownload via http://www.onyf.hu of worden verkregen via elke uitvoeringsinstantie.
Personen die buiten de EU of EER woonachtig zijn of verblijven moeten hun aanvraag indienen bij het directoraat Pensioenbetaling. Indien de aanvraag niet persoonlijk door de aanvrager wordt ingediend, moet het formulier door de aanvrager zijn ondertekend en moet de handtekening zijn gelegaliseerd door een notaris, door een vertegenwoordiging van de Republiek Hongarije in het buitenland, of door de buitenlandse autoriteiten.

Hoofdstuk VIII: Uitkeringen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten

Wie komt in aanmerking voor uitkeringen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten?
Behalve de verzekerden en daarmee gelijkgestelde personen hebben zelfstandig ondernemers of van rechtswege gepensioneerde vennoten of vennoten die een nabestaandenpensioen ontvangen en die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, of gepensioneerden op persoonlijke titel die behoren tot een coöperatie en die een winstgevende of bezoldigde activiteit uitoefenen op basis van een ander arbeidscontract, recht op prestaties bij ongevallen uit hoofde van het zorgverzekeringsstelsel.

De verzekering dekt alle verwondingen en ziekten die zijn ontstaan tijdens het werk of verband houden met het werk, verwondingen en ziekten die zijn ontstaan op weg naar en van het werk (arbeidsongevallen), evenals ziekten of een verslechtering van de gezondheidstoestand voortvloeiend uit de gevaren van het verrichte werk (beroepsziekten). De beroepsziekten zijn vastgesteld door de regering. De verzekering dekt geen verwondingen of ziekten die uitsluitend het gevolg zijn van het gedrag van de betrokkene.
De betaling van de verplichte premies voor de zorgverzekering door de werknemer en de werkgever geeft de verzekerde ook recht op medische zorg in verband met een ongeval. De ziekteverzekering kent de volgende vier uitkeringen:

  • verstrekkingen in natura, te weten gezondheidszorg;
  • uitkeringen zoals betalingen en vergoedingen bij ongevallen.

Wat wordt er gedekt?

Uitkeringen in natura
De medische verstrekkingen in verband met een ongeval omvatten algemene medische zorg, 100 % vergoeding van geneesmiddelen, therapeutische hulpmiddelen en gezondheidszorg, en vergoeding van bepaalde tandheelkundige behandelingen die te maken hebben met de ziekte of de verwonding.
Daarnaast biedt de verzekering dekking aan: Hongaarse staatsburgers die zijn ingeschreven bij instellingen voor middelbaar of hoger onderwijs of die een praktijkopleiding volgen, personen die een behandeling ondergaan in een instelling voor psychosociale therapie, gedetineerden, vrijwilligers die werkzaamheden of activiteiten verrichten voor het algemeen belang en werknemers met een tijdelijke werkvergunning.

Uitkering wegens arbeidsongeval of beroepsziekte
Ongevallenuitkeringen (Baleseti táppénz) worden betaald aan personen die ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte arbeidsongeschikt zijn geraakt of die door hun gezondheidstoestand of het ontbreken van een therapeutisch hulpmiddel niet in staat zijn hun werkzaamheden uit te voeren. De hoogte van de ongevallenuitkering is gelijk aan 100 % van het inkomen (of 90 % in geval van een ongeluk tijdens het reizen). Deze uitkering wordt betaald gedurende één jaar, verlenging met nog één jaar is mogelijk.

Uitkeringen bij bedrijfsongevallen
Personen waarvan de arbeidsgeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte met meer dan 13-15 % is afgenomen en die geen recht hebben op een invaliditeitspensioen, hebben recht op een bedrijfsongevallentoelage (Baleseti járadék). Als de mate van arbeidsongeschiktheid minder is dan of gelijk is aan 25 %, wordt deze toelage uitgekeerd gedurende een periode van twee jaar, anders wordt deze uitbetaald voor de volledige duur van de verminderde arbeidsgeschiktheid. De hoogte van de ongevallentoelage is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid en bedraagt 8, 10, 15 of 30 % van het gemiddelde maandinkomen.

Invaliditeitspensioen in verband met een bedrijfsongeval
Met ingang van 1 januari 2012 kan er geen invaliditeitspensioen in verband met een bedrijfsongeval worden toegekend. Zie het gedeelte over invaliditeitspensioenen.
Wat moet u doen om een uitkering i.v.m. een arbeidsongeval en beroepsziekte te krijgen?
Het bevoegde team revalidatiedeskundigen dat ter zake is gevormd, voert een complexe beoordeling uit van medische, sociale en arbeidsgerelatieerde aspecten. Op grond van deze beoordeling beslist het team over het percentage invaliditeit, het arbeidsvermogen en de mogelijkheid van revalidatie. Indien revalidatie mogelijk is, neemt het team de relevante aanwijzingen dienaangaande op en vermeldt het hoe lang de revalidatie zal duren.
Uitkeringen moeten met gebruikmaking van een officiële formulier worden aangevraagd. Personen die woonachtig zijn in Hongarije kunnen een dergelijke aanvraag persoonlijk, schriftelijk of elektronisch indienen bij elke uitvoeringsinstantie van de ziekteverzekering. Aanvraagformulieren kunnen worden gedownload via http://www.oep.hu of worden verkregen via elke uitvoeringsinstantie.
Personen die buiten de EU of EER woonachtig zijn of verblijven moeten hun aanvraag indienen bij de directie van regionale pensioenverzekeringen van centraal Hongarije. Indien de aanvraag niet persoonlijk door de aanvrager wordt ingediend, moet het formulier door de aanvrager zijn ondertekend en moet de handtekening zijn gelegaliseerd door een notaris, door een vertegenwoordiging van de Republiek Hongarije in het buitenland, of door de buitenlandse autoriteiten.

Hoofdstuk IX: Gezinstoelagen

Wie komt in aanmerking voor een gezinstoelage?

In Hongarije bestaat de ondersteuning van gezinnen uit de volgende prestaties:

  • kinderbijslag,
  • kinderthuiszorgtoelage,
  • opvoedingstoelage,
  • geboortetoelage,
  • zwangerschaps- of bevallingsuitkeringen,
  • toelage voor kinderopvang.

De eerste vier uitkeringen worden toegekend en uitgekeerd door het Hongaarse ministerie van Financiën en de regionale instellingen hiervan; de laatste twee worden toegekend en uitgekeerd door de nationale zorgverzekeringskas en haar regionale kantoren, alsmede door de afdeling sociale verzekeringen van grote ondernemingen.

Kinderbijslag
Dit is een maandelijkse bijdrage in de kosten voor opvoeding en onderwijs van kinderen. De kinderbijslag wordt uitgekeerd aan de biologische ouder, echtgenoot/echtgenote van de biologische ouder, adoptiefouder, pleegouder, het gezinsvervangend tehuis, de voogd of elke andere persoon bij wie het kind tijdelijk is geplaatst. De rechthebbende kan kinderbijslag voor de kosten van opvoeding aanvragen vanaf de geboorte van een kind, en tot de leeftijd van twintig jaar voor een kind dat niet meer leerplichtig is maar dat aantoonbaar schoolgaand is of ingeschreven staat bij een openbare onderwijsinstelling, (in het geval van speciale onderwijsbehoeften, tot het 23e levensjaar), en dat tot zijn huishouding behoort. De kinderbijslag kan worden stopgezet als het kind een bepaald aantal keer zonder goede reden niet naar school is geweest. Er wordt geen kinderbijslag uitgekeerd voor studenten die staan ingeschreven bij een instelling voor hoger onderwijs. Kinderen die voor hun studie tijdelijk elders in het land of in het buitenland wonen of die elders een medische behandeling ondergaan, worden beschouwd als behorend tot het huishouden.

Kinderthuiszorgtoelage
De toelage voor kinderthuiszorg wordt uitgekeerd aan ouders, pleegouders of voogden van kinderen tot drie jaar die tot hun huishouding behoren, of bij tweelingen tot aan het einde van het eerste jaar verplicht onderwijs of bij een chronisch ziek of gehandicapt kind tot de leeftijd van tien jaar. De uitkering kan worden betaald aan een grootouder als het kind één jaar is en met schriftelijke instemming van de ouders bij de ouders thuis wordt grootgebracht en verzorgd. De ouder die de toelage voor kinderopvang ontvangt, mag geen betaald werk verrichten totdat het kind de leeftijd van één jaar heeft bereikt. Daarna kan de ouder tot dertig uur per week werken, of langer, als het werk thuis wordt verricht. De ouder van een ziek kind kan betaald werk verrichten zonder tijdbeperking als het kind ouder is dan een jaar. De ouder van een tweeling van meer dan een jaar kan voltijds werken; in dat geval wordt alleen het algemene bedrag van de kinderthuiszorgtoelage uitgekeerd. Indien de ouder niet meer dan dertig uur per week werkt, wordt het hogere bedrag voor tweelingen ontvangen. De grootouder mag geen betaald werk verrichten als het kind jonger is dan drie jaar. Is het kind ouder dan drie jaar, dan kan de begunstigde betaald werk verrichten tot dertig uur per week of, als het werk thuis wordt verricht, zonder tijdbeperking.

Opvoedingstoelage
De toeslag voor grote gezinnen wordt uitgekeerd aan ouders, pleegouders of voogden die een huishouden hebben met drie of meer minderjarige kinderen.Deze toeslag gaat in op het moment dat het jongste kind de leeftijd van drie jaar bereikt en loopt door totdat het jongste kind de leeftijd van acht jaar bereikt. Personen die een opvoedingstoeslag ontvangen, mogen maximaal dertig uur per week betaald werk verrichten. Indien zij thuis werken, gelden er geen beperkingen. De toelage voor kinderopvang thuis en de opvoedingstoeslag kunnen niet met elkaar worden gecombineerd.

Geboortetoelage en zwangerschaps-bevallingsuitkering
Zie het gedeelte over moeder- en vaderschapsuitkeringen.

Toelage voor kinderopvang
De ouder die volgens de ziektekostenverzekering rechthebbend is – de vader of de moeder – kan in aanmerking komen voor een vergoeding voor kinderopvang tot het kind twee jaar is. Deze premie wordt uitbetaald aan een van de ouders na afloop van de periode waarin zij een zwangerschaps- en bevallingsuitkering kregen of na een periode met dezelfde duur. In de volgende gevallen is er geen recht op deze premie:

  • de begunstigde verricht activiteiten die op welke manier dan ook worden vergoed (met uitzondering van vergoedingen voor activiteiten die onder het auteursrecht vallen) of verricht activiteiten waarvoor toestemming van de autoriteiten is vereist;
  • de begunstigde krijgt zijn volledige salaris doorbetaald zonder daarvoor te werken (indien hij slechts een deel van het salaris krijgt doorbetaald, is de premie voor kinderopvang gelijk aan het resterende deel van het salaris);
  • de begunstigde heeft recht op andere periodieke uitkeringen (zoals ziekte-uitkeringen, invaliditeitspensioen, ouderdomspensioen) die zijn vastgelegd in wet III van 1993 aangaande de organisatie en de prestaties van de sociale zekerheid;
  • de begunstigde kan zijn kind niet zelf opvoeden omdat het kind tijdelijk in een opvoedingsinstelling is geplaatst, hieraan voorlopig of voor een langere periode is toevertrouwd, of voor meer dan 30 dagen intern in een sociale instelling verblijft;
  • het kind van de begunstigde is in een instelling voor dagopvang geplaatst (zoals een crèche of kinderdagverblijf), met uitzondering van instellingen voor integratie of re-integratie;
  • de begunstigde zit in voorlopige hechtenis, heeft een vrijheidsstraf of is gedetineerd.

De premie voor kinderopvang bedraagt 70 % van het gemiddelde dagloon, maar kan niet hoger zijn dan 70 % van tweemaal het minimumloon.

Wat wordt er gedekt?

Kinderbijslag
Maandelijks bedrag van de kinderbijslag in 2012:

  • 12 200 HUF (43 EUR) voor gezinnen met één kind,
  • 13 700 HUF (48 EUR) voor alleenstaanden met één kind,
  • 13 300 HUF (47 EUR) per kind voor gezinnen met twee kinderen,
  • 14 800 HUF (52 EUR) per kind voor alleenstaanden met twee kinderen,
  • 16 000 HUF (56 EUR) per kind voor gezinnen met drie of meer kinderen,
  • 17 000 HUF (60 EUR) per kind voor alleenstaanden met drie of meer kinderen,
  • 23 000 HUF (81 EUR) voor gezinnen met een chronisch ziek of ernstig gehandicapt kind,
  • 25 900 HUF (91 EUR) voor alleenstaanden met een chronisch ziek of ernstig gehandicapt kind.

De kinderbijslag wordt altijd voor een hele maand uitgekeerd, ongeacht de datum van aanvraag en de datum van stopzetting.

Kinderthuiszorgtoelage
De maandelijkse toelage voor kinderthuiszorg is gelijk aan het minimumbedrag van het ouderdomspensioen, ongeacht het aantal kinderen, behalve voor tweelingen, in welk geval het bedrag wordt vermenigvuldigd met een factor die afhankelijk is van het aantal kinderen. Voor een deel van de maand is het bedrag per dag 1/30e deel van het maandbedrag.

Opvoedingstoelage
De maandelijkse toelage voor kinderopvang is, ongeacht het aantal kinderen, gelijk aan het minimumbedrag van het ouderdomspensioen. Voor een deel van de maand is het bedrag per dag 1/30e deel van het maandbedrag.

Toelage voor kinderopvang
De vergoeding voor kinderopvang bedraagt 70 % van het gemiddelde bruto dagloon over het voorafgaande jaar, met een bovengrens van 70 % van tweemaal het minimumloon.

Wat moet u doen om een gezinstoelage te krijgen?
Het ministerie van Personeelszaken (Emberi Erőforrások Minisztériuma) is verantwoordelijk voor gezinstoelagen. De gezinstoelagen worden betaald uit de algemene middelen en het Fonds voor de Ziektekostenverzekering (Egészségbiztosítási Pénztár), maar in de praktijk wordt de regeling uitgevoerd en beheerd door het Hongaarse ministerie van Financiën en het Nationale Fonds voor de Ziektekostenverzekering.
Uitkeringen worden aangevraagd bij het Hongaarse ministerie van Financiën. Er zijn standaardformulieren verkrijgbaar bij de regionale kantoren of via internet. De internetsite is: www.allamkincstar.gov.hu. De formulieren zijn er ook in het Engels. Er is ook een telefonische vragenlijn (in het Hongaars): +36-1-452-2900.

Hoofdstuk X: Werkloosheid

Wie komt in aanmerking voor een werkloosheidsuitkering?

Een werkzoekende is een persoon die als werkzoekende staat ingeschreven bij het Nationaal Arbeidsbureau, dat wil zeggen dat hij/zij voldoet aan de (wettelijke) eisen om te mogen werken (de persoon heeft bijvoorbeeld geen werkvergunning nodig). Ingezetenen van de EU/EER worden eveneens aangemerkt als werkzoekende (ook al hebben zij wel een werkvergunning nodig). Onder werkzoekenden worden niet verstaan studenten die een dagopleiding volgen en personen die recht hebben op een ouderdomspensioen, een uitkering vóór pensioengerechtigde leeftijd (korhatár előtti ellátás) of een uitkering voor personen met een veranderde arbeidsgeschiktheid (megváltozott munkaképességű személyek ellátásai). Werkzoekenden mogen geen inkomsten hebben uit andere activiteiten, met uitzondering van tijdelijk werk. Werkzoekenden zijn verplicht hun medewerking te verlenen aan het Nationaal Arbeidsbureau.
Een werkloosheidsuitkering wordt toegekend aan werkzoekenden die in de drie jaar voorafgaand aan hun status als werkzoekende ten minste 360 dagen hebben gewerkt. Gezien het feit dat tien werkdagen recht geven op één dag uitkering, wordt de werkloosheidsuitkering altijd toegekend voor minimaal 36 dagen. De maximale duur van de uitkering is 90 dagen.
Om in aanmerking te komen voor deze uitkering, moet de werkzoekende in de voorgaande vier jaar ten minste tweehonderd dagen verzekerd zijn geweest. In de volgende paragraaf wordt hier nader op ingegaan.

Wat wordt er gedekt?

Het stelsel van werkloosheidsuitkeringen bestaat uit actieve en passieve prestaties. De passieve prestaties voor werkzoekenden houden verband met de arbeidsmarkt. Werkzoekenden kunnen informatie krijgen over arbeidsmarkt en werkgelegenheid, advies bij het zoeken naar baan of beroep, hulp bij re-integratie, advies over de lokale werkgelegenheid en toegang tot vacatures. Ook kunnen werkzoekenden deelnemen aan trainingen en programma’s voor het opzetten van een eigen bedrijf. Verder bestaan er diverse vormen van ondersteuning waar de werkgever van profiteert (ondersteuning bij het creëren en behouden van werkgelegenheid, ondersteuning bij het aannemen van jongeren en gehandicapten). De actieve prestaties bestaan uit een werkloosheidsuitkering in de vorm van financiële steun aan personen die werkloos zijn geworden en een werkloosheidstoelage vóór pensionering. Er is geen afzonderlijke uitkering voor verzekerde zelfstandigen. Zij ontvangen dezelfde werkloosheidsuitkering als werknemers.

Werkloosheidsuitkering
De wet voorziet in een werkloosheidsuitkering die maximaal 90 dagen wordt betaald, terwijl de uitkering gelijk is aan 60% van het voormalige gemiddelde loon, maar het bedrag mag niet hoger zijn dan 100% van het minimumloon (dat wil zeggen 93 000 HUF (326 EUR).
De hoogte van de werkloosheidsuitkering wordt berekend op basis van het gemiddelde salaris in de vier kalenderkwartalen voorafgaand aan de werkloosheid. Indien de werkzoekende gedurende de voorafgaande vier kwartalen voor meer werkgevers heeft gewerkt, wordt de uitkering berekend op basis van het gemiddelde salaris bij alle werkgevers. Indien het gemiddelde salaris niet kan worden vastgesteld, wordt de werkloosheidsuitkering berekend op basis van het landelijke, gemiddelde salaris in de bedrijfssector van de laatste baan of in vergelijkbare sectoren.
De werkloosheidsuitkering wordt stopgezet na afloop van de uitkeringsperiode of als de betrokkene hierom verzoekt, wanneer hij/zij wordt uitgeschreven als werkzoekende, recht krijgt op een ouderdomspensioen of invaliditeitspensioen, op een uitkering vóór pensioengerechtigde leeftijd of op een uitkering voor personen met een veranderde arbeidsgeschiktheid, of meer dan 90 dagen inkomsten ontvangt uit andere werkzaamheden, met uitzondering van gelegenheidswerk, een opleiding gaat volgen waarvoor hij een toelage krijgt die gelijk is aan het minimumloon, een dagopleiding gaat volgen, komt te overlijden.
Werkloosheidstoelage vóór pensionering
Volgens de wet mag geen enkele groep werklozen worden achtergesteld. Derhalve worden werkloosheidstoelagen vóór pensionering uitgekeerd aan werkzoekenden die:

  • binnen een periode van vijf jaar de pensioengerechtigde leeftijd zullen bereiken,
  • ten minste 45 dagen een werkloosheidsuitkering (álláskeresési járadék) hebben ontvangen, en de periode van de werkloosheidsuitkering beëindigt
  • binnen een periode van uiterlijk vijf jaar de pensioengerechtigde leeftijd zullen bereiken, of binnen drie jaar na beëindiging van de werkloosheidsuitkering,
  • geen uitkering vóór pensioengerechtigde leeftijd (korhatár előtti ellátás), militaire uitkering (szolgálati járandóság), lijfrente voor balletdansers (balettművészeti életjáradék), of overgangsuitkering voor mijnwerkers (átmeneti bányászjáradék) ontvangen,
  • voldoende jaren voor pensionering hebben bijgedragen (doorgaans 20 jaar).

De wet bepaalt dat de werkloosheidstoelage vóór pensionering kan worden toegekend totdat iemand recht heeft op een ouderdomspensioen. De hoogte van de werkloosheidstoelage is 40 % van het ten tijde van de aanvraag geldende minimumloon (37 200 HUF) (130 EUR). Als de berekening van de werkloosheidsuitkering was gebaseerd op een lager bedrag dan genoemd bedrag, is de toelage gelijk aan dat lagere bedrag.
Een werkzoekende met deze toelage heeft het recht te werken met een tijdelijke werkvergunning. In tegenstelling tot de regelgeving voor werkloosheidsuitkeringen zijn inkomsten uit tijdelijk werk niet van invloed op de werkloosheidstoelage van de werkzoekende. Verder zijn de regels voor het stopzetten of opschorten van de werkloosheidstoelage grotendeels gelijk aan die van de werkloosheidsuitkering.
Wat moet u doen om een werkloosheidsuitkering te krijgen?
Een werknemer die zijn baan kwijtraakt, moet zich inschrijven bij het Nationaal Arbeidsbureau. Zij moeten verklaren actief op zoek te zijn naar werk, en hun medewerking verlenen aan het arbeidsbureau. Zie voor meer informatie http://www.munka.hu.

Hoofdstuk XI: Sociale minima

Wie komt in aanmerking voor een bijstandsuitkering?

In Hongarije bestaan drie bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties:

  • invaliditeitspensioen,
  • niet op bijdragen berustende ouderdomsuitkering,
  • vervoersvergoeding.

Daarnaast is er een uitkering voor personen op werkzame leeftijd.

Invaliditeitspensioen
Personen die volgens een uitspraak van de bevoegde medische commissie van het nationaal instituut van medisch deskundigen volledig arbeidsongeschikt zijn voordat zij de leeftijd van 25 jaar hebben bereikt en die geen ongevallenpensioen of -uitkering ontvangen, hebben recht op een invaliditeitspensioen. Deze rente kan worden toegekend vanaf de eerste dag van de maand waarin de aanvrager de 18-jarige leeftijd bereikt. Personen die in een gratis instelling zijn geplaatst, hebben geen recht op dit invaliditeitspensioen.

Niet op bijdragen berustende ouderdomsuitkering
Aan ouderen die niet over de benodigde inkomsten beschikken om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien, wordt ouderdomsrente toegekend. Drie categorieën ouderen hebben recht op ouderdomsrente:

  • personen die de leeftijd van 62 jaar of de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, waarvan het eigen maandinkomen en dat van de echtgenoot of partner per persoon niet hoger is dan 160 % van het minimum ouderdomspensioen;
  • alleenstaanden die de leeftijd van 62 jaar of de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt maar nog geen 75 jaar oud zijn, waarvan het maandinkomen niet hoger is dan 95 % van het minimum ouderdomspensioen;
  • alleenstaanden die de leeftijd van 75 jaar hebben bereikt, waarvan het maandinkomen niet hoger is dan 130 % van het minimum ouderdomspensioen. Het maandbedrag van de ouderdomsrente is afhankelijk van de categorie waartoe de begunstigde behoort.

De ouderdomsrente wordt niet toegekend of de uitbetaling wordt onderbroken indien betrokkene in voorlopige hechtenis wordt genomen of een vrijheidsstraf ondergaat, indien hij meer dan drie maanden in het buitenland verblijft, of indien het een ingezetene van de Europese Unie betreft waarvan de verblijfsvergunning is verlopen of ingetrokken.

Vervoersvergoeding
De mobiliteitstoelage wordt toegewezen aan personen met een sterk verminderde mobiliteit ter compensatie van de extra kosten die dit met zich meebrengt. Personen met een sterk verminderde mobiliteit die een invaliditeitsuitkering ontvangen, hebben geen recht op een mobiliteitstoelage.

Uitkering voor personen op werkzame leeftijd
Deze uitkering is bedoeld om een minimumlevensstandaard te waarborgen voor personen op werkzame leeftijd (van 18 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd) die niet in loondienst of opleiding zijn en die niet over voldoende middelen beschikken om in hun levensbehoeften te voorzien.

Wat wordt er gedekt?

Invaliditeitspensioen
Het invaliditeitspensioen bedraagt 33 330 HUF (117 EUR) per maand.
Niet op bijdragen berustende ouderdomsuitkering
Het ouderdomspensioen van een begunstigde die niet alleen leeft bedraagt 80 % van het wettelijk minimumouderdomspensioen. Ouderen in de tweede categorie (alleenstaanden van 62-75 jaar) bedraagt het pensioen 95 % van het wettelijk minimum, en mensen in de derde categorie (alleenstaanden van 75 jaar of ouder) krijgen 130 % van het wettelijk minimumouderdomspensioen. De begunstigde van de ouderdomsrente mag betaald werk verrichten, mits de inkomsten hiervan niet hoger zijn dan 40 % van het minimumbedrag van het ouderdomspensioen.

Vervoersvergoeding
De hoogte van verplaatsingsvergoeding is het basisbedrag vermenigvuldigd met de factor van de categorie waartoe betrokkene behoort. Het basisbedrag is 7 000 HUF (25 EUR) per jaar en de factor hiervan is 1. De factor is 3,5 indien de persoon tussen 1 en 62 jaar oud is en studeert of werkt. Indien een persoon met een sterk verminderde mobiliteit een huishouding voert met minderjarige kinderen, heeft hij/zij bovenop de toelage waarop hij/zij normaal gesproken al recht heeft, recht op een extra toelage van de helft van het basisbedrag. Indien binnen hetzelfde huishouden meer personen met een sterk verminderde mobiliteit kinderen ten laste hebben, hebben zij allen recht op de extra toelage ongeacht het aantal kinderen. In het jaar waarin de verminderde mobiliteit ontstaat, wordt het bedrag voor de mobiliteitstoelage pro rata berekend vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van aanvraag.
Uitkering voor personen op werkzame leeftijd
De regeling voorziet in twee soorten betaling, namelijk de reguliere sociale toelage en de inkomensvervangende uitkering. De hoogte van de reguliere sociale toelage hangt af van de familiebanden en de hoogte van de inkomsten en het vermogen van betrokkene. De inkomensvervangende uitkering is een vast bedrag.
Hoe vraagt u een bijstandsuitkering aan?
De plaatselijke overheden beheren het stelsel van sociale voorzieningen en verlenen diverse vormen van sociale bijstand. Een invaliditeitspensioen wordt beheerd door de ter plaatse bevoegde instantie voor sociale zekerheid en betaald door de Dienst Pensioenen.

Aanvragen worden door lokale autoriteiten geëvalueerd. De aanvrager dient een formulier in te vullen onder bijvoeging van documenten waaruit het gezinsinkomen blijkt (in het geval van personen op werkzame leeftijd (aktív korúak ellátása) ook het gezinsvermogen). In bepaalde situaties zijn nog andere stukken nodig, bijvoorbeeld een document over gezondheidsproblemen of een verklaring van de openbare dienst voor de arbeidsvoorziening over de beëindiging van de werkloosheidsuitkering (Álláskeresési járadék). De plaatselijke autoriteit moet binnen 22 werkdagen een besluit nemen over de aanvraag. Deze termijn kan worden verlengd met nogmaals 22 dagen.

Hoofdstuk XII: Langdurige zorg

Wie komt in aanmerking voor langdurige zorg?
Zorgdiensten kunnen worden verleend aan personen die op de een of andere manier afhankelijk zijn. De aard van de aangevraagde dienst zal afhangen van de behoefte van de betrokkene.

Langdurige zorg voor ouderen
Deze diensten worden verstrekt conform de mate van afhankelijkheid van de betrokkene.

  • Bij een zorgbehoefte van minder dan vier uur per dag kan worden volstaan met thuiszorg;
  • Bij een zorgbehoefte van meer dan vier uur per dag kan worden gekozen voor verzorging in een tehuis voor ouderen.

Langdurige zorg voor mensen met een handicap
De betrokkene moet:

  • een bepaalde soort handicap hebben
  • blind of ernstig slechtziend zijn;
  • doof of bijzonder slechthorend zijn;
  • sinds geboorte mentaal gehandicapt zijn of dat zijn geworden vóór het 14e levensjaar;
  • lichamelijk en/of functioneel dermate ernstig gehandicapt zijn dat hulp van derden nodig is.

Langdurige zorg voor psychiatrische patiënten, verslaafden en daklozen
Om in aanmerking te komen voor deze diensten, moet de betrokkene sterk afhankelijk zijn (d.w.z. onvoldoende in staat zijn om alledaagse activiteiten uit te voeren).

Verzorgingstoelage
Er wordt een verzorgingstoelage betaald aan personen die langdurig zorg verlenen aan gezinsleden die gehandicapt zijn of jonger dan 18 jaar en blijvend ziek zijn.

Wat wordt er gedekt?

Er bestaat geen specifieke definitie van langdurige zorg en er is geen afzonderlijk stelsel voor langdurige zorg. De langdurige zorgdiensten worden verleend in het kader van het stelsel voor gezondheidszorg en sociale diensten. Langdurige zorgdiensten zijn gebaseerd op sociale bijstand en worden gefinancierd uit de algemene middelen. Zowel uitkeringen als verstrekkingen in natura komen voor.

Verzorgingstoelage
Voor ernstig gehandicapten is de hoogte van de uitkering 100 % van het minimumpensioen. Voor ernstig gehandicapten die intensieve zorg behoeven, wordt 130 % van het minimumpensioen uitgekeerd.

Wat moet u doen om langdurige zorg te krijgen?
In het geval van langdurige zorgdiensten wordt overeenkomstig de Sociale Wet in persoonlijke sociale zorg (sociale diensten) voorzien door de centrale en plaatselijke overheden. De plaatselijke overheden zijn verantwoordelijk voor het beheer van de verstrekkingen. Naast de plaatselijke overheden kunnen diensten worden verleend door ngo’s en kerken, maar alleen de plaatselijke overheid is verplicht tot het verlenen van deze diensten.
In het geval van persoonlijke sociale zorg (sociale diensten) vindt er een uitgebreide evaluatie plaats voor thuiszorg en tehuizen voor bejaarden. Voor personen die afhankelijk zijn, vindt geen periodieke herkeuring plaats. Langdurige zorg voor psychiatrische patiënten, verslaafden en daklozen wordt wel regelmatig getoetst. Deze herkeuring vindt elke vijf jaar plaats om hun gezondheidstoestand vast te stellen en om een persoonlijk ontwikkelingsplan op of bij te stellen. (Als het onderzoek uitwijst dat er geen zorg nodig is, dient de patiënt de instelling te verlaten.) Er wordt gebruikgemaakt van een nationale beoordelingsschaal op basis van iemands dagelijkse bezigheden en sociale en zorgbehoeften.
Uitkeringen zijn middelenafhankelijk. In beginsel betalen ontvangers van de zorg zelf voor de verleende diensten, maar als zij geen inkomen hebben (en ook geen familielid dat verplicht en in staat is om hen te ondersteunen en verzorgen), zijn de diensten gratis.

Bijlage : Nuttige adressen en sites
Voor socialezekerheidskwesties met betrekking tot meer dan één EU-land kunt u een contactinstelling zoeken in de organendatabase die wordt bijgehouden door de Europese Commissie en staat op: http://ec.europa.eu/social-security-directory.
Vragen om inlichtingen over uitkeringen bij verzekering in twee of meer lidstaten kunt u richten tot:
Ministerie van Personeelszaken
Emberi Erőforrások Minisztériuma
Arany János utca 6-8
1051 Budapest
http://www.kormany.hu/hu/emberi-eroforrasok-miniszteriuma
http://www.kormany.hu/en/ministry-of-human-resources
Ministerie voor de Nationale Economie
Nemzetgazdasági Minisztérium
Honvéd utca 13-15
1054 Budapest
1373 Budapest Pf. 609.
http://www.ngm.gov.hu
http://www.kormany.hu/en/ministry-for-national-economy
Nationale Zorgverzekeringskas
Országos Egészségbiztosítási Pénztár, OEP
Váci út 73/a
1139 Budapest
http://www.oep.hu
Centrale Administratie van Nationale Pensioenverzekering
Országos Nyugdíjbiztosítási Főigazgatóság, ONYF
Visegrádi u. 49
1132 Budapest
http://www.onyf.hu
Nationaal Arbeidsbureau
Nemzeti Munkaügyi Hivatal
Kálvária tér 7
1089 Budapest
http://www.munka.hu
Hongaars Centraal Bureau voor de Statistiek
Központi Statisztikai Hivatal, KSH
Keleti Károly u. 5-7
1024 Budapest
Hongaarse Ministerie van Financiën
Magyar Államkincstár
Hold u. 4.
1054 Budapest
http://www.allamkincstar.gov.hu.
Overheidsorgaan voor de Controle van Financiële Instellingen
Pénzügyi Szervezetek Állami Felügyelete
Krisztina krt. 39
1013 Budapest

Bron: “Uw socialezekerheidsrechten in Hongarije”, , Europese Unie, juli 2012.
De Europese Commissie noch enige namens de Commissie handelende persoon aanvaardt welke aansprakelijkheid dan ook voor de wijze waarop de informatie in deze publicatie wordt gebruikt. Overneming met bronvermelding toegestaan.

Eén gedachte op “Sociale voorzieningen in Hongarije

  1. Linda van Eerdenburg

    Kunt u mij vertellen of de Hongaarse ziektekostenverzekering ook colon stoma materiaal vergoedt?
    Ik ben een stoma gebruiker en momenteel vergoedt VGZ alle benodigde materialen. Als ik naar Hongarije verhuis, kan ik me daar dan voor verzekeren, ook al is het een bestaande en chronische conditie?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *